June 30, 2014

Hoe ziet ons kantoor er uit

Steeds meer merken we dat lezers geïnteresseerd zijn in wat ons bezighoudt en ook hoe onze werkomgeving er uit ziet. Hier een foto van wat u ziet als u bij ons de deur binnenstapt:



























De deur achteraan geeft toegang
tot mijn kamer en die ziet er zo uit:




Achter mij hangt een foto van de president van Estland omdat het Consulaat van Estland is ons pand is gevestigd.




Rechtsonder ziet u de kamer van mijn
Collega Sjouke die daar ook keurig aan
het werk is.












Tijd ll



Dit is een Cyma, een Zwitsers horloge dat ik heb gekregen van vrienden. Nadat hun vader, de heer W. Gruson, in 1974 25 jaar bij Radio Holland had gewerkt kreeg hij dit gouden horloge. Het is een hele eer dat ik het mag dragen en doe dat dan ook regelmatig. Het is voor horloges, net als voor mensen, beter om in beweging te blijven. Dit horloge loopt perfect op tijd.

Overwinning Oranje een cadeautje van Mexicaanse coach


Aart Broek


Aart G. Broek


Overwinning Oranje een cadeautje van Mexicaanse coach

Een verslag van een leerzame wedstrijd. Een voorbeeld, ook voor buiten het voetbalveld 

In de blessuretijd van de wedstrijd Nederland – Mexico maakte Arjen Robben een theatrale val in het zestienmetergebied. Hij leek te worden gevloerd door Rafael Márquez, maar hij had feitelijk nauwelijks fysiek contact met hem. Toch werd de Mexicaanse speler en zijn team heftig op de vingers getikt: Nederland werd een strafschop toegekend.
Direct bij het incident en meer nog in de vele commentaren nadien onderkende vriend en vijand de carnavaleske aanleiding van de afstraffing. Een meesterlijke show van Robben zorgde voor de strafschop die Klaas-Jan Huntelaar succesvol wist te nemen. De Portugese scheidsrechter Pedro Proença had zich in de luren laten leggen door onze Robben: fenomenaal voetbal- én toneelspeler. Was die scheids zo gemakkelijk zand in de ogen te strooien?
Er is geen enkele reden om aan te nemen dat het toneelspel van Robben zo overtuigend was, dat Proença werkelijk meende dat Robben inderdaad op onheuse wijze onderuit werd gehaald. In de loop van de wedstrijd hadden we al heel wat toneelspel voorbij zien komen, wat de scheidsrechter probleemloos onderkende. Van een scheidsrechter als Proença mag worden verwacht dat hij door de theatrale façade heenprikt. Er was alle reden voor Proença om Robben met een gedecideerd gebaar duidelijk te maken dat hij zich niet moest aanstellen, toch deed hij dat niet. De scheidsrechter koos voor de strafschop, waarvan hij wist dat het Nederland de overwinning zou kunnen bezorgen. Wat bezielde de Portugees?
Emoties
Ook een scheidsrechter als Proença is 'een mens van vlees en bloed' zoals dat traditioneel heet.  Hiermee bedoelen we te zeggen, dat Proença een mens is met emoties die het nemen van beslissingen aansturen. Daar ontsnapt niemand aan, zo maken sociaalpsychologen ons kenbaar. Sla er bijvoorbeeld het werk van de Nobelprijswinnaar Daniel Kahneman eens op na (Thinking, Fast and Slow; in Nederlandse vertaling Ons feilbare denken, 2011) of het werk van de Nederlandse neuroloog René Kahn. Op het voetbalveld is dat vanzelfsprekend niet anders.
Proença werd geschoffeerd door  de bondscoach van het Mexicaanse team Miguel Herrera. Zo maakte Herrera met groteske gebaren duidelijk aan de scheidsrechter dat de Nederlandse speler Bruno Martins Indi toch echt een gele kaart verdiende. Herrera tartte de autoriteit van Proença. Herrera probeerde Proença voor een miljarden publiek te kijk te zetten: de beslissingen van hem deugden niet; hij deugde niet als scheids. Hij zou bevooroordeeld zijn: Martins Indi speelt voor het Nederlandse team, maar is van Portugese afkomst!
Professionaliteit
Niets wekt zoveel agressie op bij ieder van ons mensen als het publiekelijk te worden gekleineerd en beschaamd. Herrera twijfelde aan de integriteit van Proença en zodoende aan zijn professionaliteit. Proença reageert en deelt Herrera een schaamtevolle tegenslag uit. Publiekelijk maakt hij hem kenbaar dat hij zijn mond moet houden en anders op de tribune tussen de toeschouwers kan gaan zitten. We hebben het allemaal mogen aanschouwen (op tv) of aanhoren (op de radio) midden in de tweede helft van de wedstrijd.
De scheidsrechter heeft wel kunnen zeggen dat hij de leiding heeft over het spel, maar zodoende kan de boodschap nog langs Herrera glijden als water langs de veren van een eend. Proença zal – zo zitten we allemaal in elkaar – willen laten voelen dat hij de leiding heeft over de beoordeling van het spel. Hij zal willen laten voelen dat hij er niet van gediend is publiekelijk op de vingers te worden getikt. Net als ieder ander houdt ook Proença er ongetwijfeld niet van om te worden beschaamd. Dat zegt hij niet alleen, dat maakt hij ook kenbaar door het theatrale spel van Robben te belonen met een strafschop. Hiermee laat hij Herrera en ieder ander die er nog aan twijfelde tot diep in hun wezen voelen dat hij, Proença, de scheidsrechter is, die de beslissingen neemt. Laat iedereen ervan overtuigd zijn het uitsluitend integere beslissingen zijn!
Er is echter geen enkele garantie dat de scheidsrechter zonder meer in enkele seconden een deugdelijk onderbouwd besluit neemt. Integendeel, hij zal, als ieder ander mens, worden aangestuurd door emoties, bijvoorbeeld schaamte- en wraakgevoelens.
Moraal
Kortom, houd de scheidsrechter te vriend, anders word je gestraft, al is 't onverdiend. Prachtig zo'n penalty -  dat wil zeggen, wanneer het in ons voordeel uitpakt! Dit is de boodschap aan de oppervlakte. In meer algemene zin geeft de wedstrijd Nederland – Mexico ons allen nog een indringender leerles. Daartoe moeten we buíten het stadion treden.
De Enquêtecommissie Woningcorporaties luistert met stijgende verbazing naar mensen die beweren dat er voor tegenspraak geen plaats was in de organisaties. De commissieleden zouden moeten begrijpen waarom. Bij tegenspraak loop je grote kans op een penalty tégen. Dat is ook de reden waarom rapporten over behoorlijk bestuur wel pleiten voor een 'aanspreekcultuur', maar niet weten aan te geven hóe die tegenspraak gefaciliteerd moet worden. Voor je het weet heb je een strafschop tégen. Einde verhaal. De val uit de pool. Daarover doen familieleden van Gotlieb, voormalig teamlid van de Nederlandse Zorgautoriteit, een boekje open.

Reblog van: http://www.joop.nl/opinies/detail/artikel/27576_overwinning_mexico_een_cadeautje_van_mexicaanse_coach/

Het verkeerde gerecht

Op de website van Sjef van Swaaij las ik bijgaande: http://www.vscc.nl/procesrecht/tijdig-appel-indiening-van-stukken/

Op Curacao heeft zich nu tweemaal in korte tijd de situatie voorgedaan dat een partij bij het verkeerde gerecht een verzoekschrift indiende. Het ging hier niet zoals beschreven in genoemde artikel om de relatieve competentie (men had in Den Haag moeten indienen maar deed dat in De Bosch o.i.d.) maar om de absolute competentie welke bestaat tussen bestuursrechter en burgelijke rechter. De laatste heeft in zijn algemeenheid te gelden als "restrechter". Slechts indien een rechtsgang ontbreekt zal deze zich geroepen voelen een zaak te addresseren. In de Curacaose advocatuur heeft dit tot de nodige hilariteit geleid, de reacties waren bepaaldelijk niet collegiaal te noemen. Het betreft als eerste een zaak van de voormalige rector van de universiteit waarbij men meende voor het juiste forum te staan. De tweede zaak betrof een voormalig statutair directeur van een bank die uit zijn functie was gezet door de Centrale Bank. Men meende dat de Centrale Bank in deze zich administratief-rechtelijk opstelde waar de insteek civiel-rechtelijk van aard was. Voor de clienten van de desbetreffende advocaten uiteraard een klein menselijk drama. Het is oppassen geblazen.

Jesse van Muijlwijck, de tekenaar van deze cartoon is ook een studiegenoot

June 28, 2014

Het intake-gesprek


Stel we hebben een afspraak gemaakt en we ontmoeten u op ons kantoor aan de Schouwburgweg 3. Als eerste kan ik u zeggen dat we hele goede koffie hebben en nog betere thee. Een vriend neemt telkens thee van Simon Levelt mee uit Nederland.
Dan gaan we eens rustig praten en kijken of we u van dienst kunnen zijn. Pas daarna maken we afspraken over de kosten welke zijn gemoeid met onze werkzaamheden. Het intake-gesprek is altijd gratis.

Nieuwsgierig? Bel Mamie Kleinmoedig voor een afspraak op 7374916

Hoor ik daar de telefoon al gaan?







Money Up The Sleeve

In de toekomst landen en opstijgen op Airport Lelystad?


Het argument dat je niet hoort is dat dit vliegveld voor mensen veel centraler ligt en makkelijker te bereiken is dan Schiphol.

inkeerregeling

Maandag loopt in Nederland een soepele inkeerregeling af. Vanaf september vorig jaar heeft dat de Nederlandse staat al zo een 675 Euri opgelevered. Op Curacao heeft een soepele regeling vreemd genoeg maar weinig opgeleverd als ik de betrokken belastingambtenaren mag geloven. Wij hebben de nodige nieuwe en bestaande clienten begeleid bij het opgeven van verzwegen inkomsten. Voor nieuwe clienten is dat op zich minder problematisch dan voor bestaande clienten. Een kantoor in Nederland beschreef het dilemma van de belastingadviseur als een spagaat. Want uiteraard wil je je bestaande clienten niet kwijtraken, anderzijds wil je ook niet beschuldigd worden als medeschuldig aan een strafbaar feit zoals witwassen. Voor de bestaande clienten die bij ons kwamen opbiechten hebben wij dan ook aangegeven dat er geen middenweg was. Du moment dat wij op de hoogte werden gesteld van verzwegen inkomsten hebben wij aangegeven dat dit ofwel opgegeven moest worden of dat uitgekeken moet worden naar een andere belastingadviseur. Gelukkig hadden de bestaande clienten wijsheid om ons advies op te volgen. De nieuwe clienten zijn client gebleven. De soepele inkeerregeling was op Curacao van tijdelijke aard. De algemene inkeerregeling bestaat echter nog steeds en wij hebben nu de kennis en ervaring om u daarin bij te staan. Een woord van waarschuwing, de inkeerregeling kan enkel toegepast worden als de fiscus nog niet wist -cq kon weten- dat u inkomen heeft verzwegen. Het initiatief ligt derhalve bij de zwartverdiener.
Een andere ervaring die ik graag met u wil delen is de volgende. Velen die inkeren zijn op leeftijd en zij willen hun zaakjes geregeld hebben voor het tijdelijke met het eeuwige wordt verwisseld. Daarmee voorkomt u dan meteen dat u uw kinderen zwart geld laat erven en daarmee voor de soms diabolische keuze worden gesteld welke actie te nemen. Indien er nog een overblijvende echtgenoot of echtgenote is en er zijn meerdere kinderen is er weinig fantasie nodig om je van de discussies in de familie een voorstelling te kunnen maken.

June 27, 2014

Tijd



Een studiegenoot, Sjef van Swaaij, advocaat in Nijmegen (hij schrijft "Noviomagus") houdt een blog bij over van alles en nog wat, juridische praktijk, dagelijkse belevenissen, dagelijkse praktijk die overslaat naar juridische belevenissen etc..

Hier een over zijn twee horloges: http://www.vscc.nl/vscc/tijdweergave/

Van Swaaij schrijft niet waarom hij een horloge belangrijk vindt. Laten we hopen dat het niet is om nauwkeurig elke minuut door te kunnen declareren.

Wij proberen zoveel mogelijk voor vaste tarieven te werken. Zekerheidshalve bijgaand een foto van mijn horloge. Die moest even om de andere pols omdat ik linkshandig ben. Een fotootje maken met rechts lukte niet. Het is een Hamilton, die draag ik omdat het het horloge van de Amerikaanse militairen tijdens WOII was. Het merk wordt inmiddels gemaakt door hetzelfde bedrijf die ook de Swatch horloges maakt. Hamilton komt ook enorm veel voor in films:
http://www.hamiltonwatch.com/spirit-history/movie-brand

Alle lezers een goed weekend gewenst.



Sjef maakt betere foto's van zijn horloges (maar ik heb meer dan 2 horloges).

June 26, 2014

Emigratie kon belasten ontslagvergoeding niet voorkomen



Emigratie kon belasten ontslagvergoeding niet voorkomen

woensdag 25 juni 2014 Marieke Jansen 95x gelezen
Ontvangt een geëmigreerde bestuurder van een Nederlandse vennootschap een ontslagvergoeding, dan wordt deze geacht te zijn verstrekt voor in Nederland verrichtte arbeid. Dat tegenover deze vergoeding geen daadwerkelijk in Nederland verrichte werkzaamheden staan, staat belastingheffing niet in de weg volgens de Hoge Raad.  
In deze zaak ontving een bestuurder van een Nederlandse vennootschap een ontslagvergoeding van ruim 3 miljoen. De betaling vond plaats in drie termijnen. Na emigratie van man naar de Verenigde Arabische Emiraten in juli 2007, kreeg hij nog twee termijnen uitbetaald. Volgens de inspecteur vormde een deel van de ontslagvergoeding in Nederland belastbaar loon. De Hoge Raad was het met Hof Amsterdam eens dat de bron van de vergoeding de dienstbetrekking met de werkgever was, en niet de arbeid of het nalaten daarvan. Het bedrag vloeide volledig voort uit de in Nederland vervulde functie van bestuurder van de Nederlandse vennootschap. Deze moest daarom worden beschouwd als te zijn verstrekt ter zake van het in Nederland hebben verricht van arbeid. Of de vergoeding was betaald als compensatie voor te derven inkomsten was niet relevant. Evenmin van belang was of de bestuurder uitsluitend recht had op de vergoeding als hij gedurende een zekere tijd na afloop van de arbeidsovereenkomst bepaalde activiteiten na zou laten. Aan de belasting van het bedrag stond niet in de weg dat tegen de ontvangen vergoeding geen daadwerkelijk in Nederland verrichte werkzaamheden stonden.

De insteek van Muller & Associates: Wij worden op regelmatige basis ingeschakeld met betrekking tot dergelijke vragen. Met name speelt dit uiteraard in situaties waarin het nieuwe woonland een lager belastingtarief kent (of bijvoorbeeld geen directe belastingen). Helaas is bovenstaande uitspraak van de Hoge Raad zeker niet onlogisch en het verbaast mij dan ook een beetje dat men het tot aan deze instantie heeft uitgevochten. Wellicht dat het belang een rol speelde. Vermoedelijk had goede voorlichting van adviseur en advocaat veel kosten voor deze belastingplichtige kunnen voorkomen.

Reblog van: http://www.taxence.nl/fiscaal-nieuws/nieuws/fiscaal-nieuws/emigratie-kon-belasten-ontslagvergoeding-niet.80700.lynkx?utm_campaign=26juni2014&utm_content=Overig%20nieuws&utm_medium=email&utm_source=

June 25, 2014

HET KAN ZO WEER GEBEUREN

Ben bepaaldelijk geen liefhebben van samenzweringstheorieen maar onderstaand is de moeite van het lezen waard. Afgezet tegen mijn eerdere berichten over hoe banken op micro-niveau opereren is dit macro-verhaal een paar van uw kostbare minuten waard:

Reblog van: http://www.nrc.nl/nieuws/2013/10/02/het-kan-zo-weer-gebeuren/#
















Het kan zo weer gebeuren

  Foto HH
De afgelopen twee jaar schreef Joris Luyendijk voor NRC over de Londense City. Hij sprak tweehonderd spelmakers in de City. Zijn conclusie: de financiële crisis is niet voorbij, het wordt alleen maar erger.
De financiële crisis heeft de westerse wereld een enorme slag toegebracht en de gevolgen gaan we nog zeker tien jaar voelen. Het kan zo weer gebeuren. Ik weet zeker dat er over vier of vijf jaar weer een slimme structurer opstaat die een maniertje ontdekt om onder de nieuwe regels uit te komen. God weet wat er dan kan gebeuren.”
Dit komt uit een van de ongeveer tweehonderd interviews die ik de afgelopen twee jaar heb gehouden onder werknemers in de haute finance in Londen. De geïnterviewde was een man van midden dertig; nuchter, vriendelijk en verlegen, ogenschijnlijk de soort figuur die iedereen zich wenst als buurman.
Hij werkte dus bij een topbank als structurer, wat betekent dat hij financiële instrumenten in elkaar zette die zo complex waren dat zijn klanten niet begrepen dat ze ze niet begrepen. Hij had miljoenen verdiend voor zichzelf en een veelvoud voor zijn bank. Nu was hij gestopt en dacht er zelfs over om als toezichthouder te gaan werken.
Wat zeg ik tegen mijn dochter? Papa belazert andere mensen
“Waarom ik ben gestopt? Het was als het verhaal van Faust die zijn ziel verkocht aan de duivel. Ik verkocht mijn ziel voor aardse rijkdommen. In ruil daarvoor eiste de duivel mijn morele faillissement. Heel lang kon ik daar mee leven. En toen niet meer. Ik stelde me voor hoe een zoon of dochter in de toekomst zou vragen: papa, wat doe jij voor werk? Wat moest ik dan zeggen? ‘Nou lieverd, papa belazert andere mensen.’”
Een ogenschijnlijk normale en uitstekend opgeleide man die jarenlang meewerkt aan het legaal oplichten van kleine pensioenfondsen in Duitsland, een gemeente in Zweden of liefdadigheidsinstellingen in de VS. Ik had me op van alles ingesteld toen ik begon aan dit onderzoek, maar niet dat ik zo vaak tegen de beroemde ‘Banaliteit van het Kwaad’ zou aanlopen. De term komt van Hannah Arendt naar aanleiding van haar constatering dat je geen slechte mensen nodig hebt om een systeem draaiende te houden met extreem slechte uitkomsten.
Mijn onderzoek is nu ten einde en daarmee ook de columns waarin ik in deze krant verslag deed. Behalve die tweehonderd interviews heb ik inmiddels ook een paar stapels boeken doorgewerkt en samen leiden die tot een conclusie van vijf woorden: dit kan niet waar zijn.
Ik hoop dat nog steeds. Dat ik op een of andere manier iets cruciaals over het hoofd heb weten te zien, dat ik Financial Times-columnisten als Martin Wolf en Gillian Tett verkeerd lees en dat mijn bronnen collectief de boel bij elkaar hebben verzonnen.
Als dit waar is, dan hebben we een enorm probleem
Want als klopt wat die tweehonderd geïnterviewden zeggen en wat andere insiders schreven in e-mails, en als waar is wat veel boeken en artikelen over de financiële sector beweren, dan hebben we een enorm probleem. Het is een probleem dat ongemoeid gelaten steeds groter zal worden. Nog erger: er is vooralsnog geen werkbare oplossing of uitweg voor handen.

Wolkenkrabber ‘Walkie Talkie’ is in aanbouw in The City. Het gebouw veroorzaakte deze zomer zo’n hitte dat auto’s weg smolten. Foto AFP / Carl Court
Laat ik eerst proberen de contouren van de impasse te schetsen. Veel is al langsgekomen in afzonderlijke columns maar juist de helikopterblik kan duidelijk maken dat het probleem niet ligt bij individuen en hun hebzucht, maar bij een systeem dat die verleidingen steeds opnieuw schept – zelfs als dit betekent dat het systeem zichzelf aldus steeds verder ondermijnt.
Maar eerst de bijsluiter: dit onderzoek ging over de haute finance in Londen, niet over huis-, tuin- en keukenbankiers bij u om de hoek. Een belangrijk deel van de haute finance in Londen had geen aandeel in de laatste crisis. En het overgrote deel van de mensen die er werken verdienen niet de miljoenenbonussen. De financiële sector is als een olympisch dorp: uitgestrekt, enorm divers en behalve atleten heb je vooral ook heel veel ondersteunende staf.
Maar waar mijn tweehonderd geïnterviewden ook werkten, vrijwel iedereen herhaalde wat de structurer hierboven zegt: er is niks wezenlijk veranderd sinds het faillissement van Lehman Brothers in 2008 de wereldeconomie op een haar na in het ravijn kieperde.
Het probleem in een notendop: megabanken zijn niet alleen te groot en verweven om failliet te kunnen gaan – Too Big To Fail oftewel TBTF. Ze zijn door de aard van hun activiteiten, hun inrichting en wijze van management ook niet langer beheersbaar. Intussen vormen de megabanken samen met een aantal andere clusters van financiële dienstverleners de facto kartels die met hun excessieve winsten tegenkrachten effectief hebben geneutraliseerd. Nog even en je hebt niet langer landen met een financiële sector, maar een financiële sector met landen.
Hoe kan dit mondiale financiële kartel in stand blijven, zodanig dat Time Magazine zijn omslagverhaal over het vijfjarig jubileum van het Lehman-faillissement opende met ‘Hoe Wall Street heeft gewonnen’. Zei de Amerikaanse president Lincoln niet ooit dat “you can fool some of the people all of the time and all of the people some of the time, but you can’t fool all of the people all of the time”.
Het is een troostrijke gedachte, dat je sommige mensen de hele tijd kunt bedonderen en alle mensen een tijdje, maar niet de hele tijd alle mensen. Maar daar gaat het ook niet om. Er zijn critici en Cassandra’s genoeg, zelfs bij een mainstream blad als Time. Waar het om gaat is dat de financiële sector nog altijd voldoende mensen zand in de ogen weet te strooien.
En dat komt mede doordat de interne checks and balances van het financiële stelsel uit het lood zijn geslagen. Hoe dit gebeurt is vervat in een prachtige constatering van de Amerikaanse socialist Upton Sinclair:
“Het is erg moeilijk iemand iets te laten begrijpen wanneer zijn baan bestaat bij de gratie van zijn onbegrip.”

Bankmedewerkers in het zakencentrum van Londen genieten van de zon, die wordt versterkt door de spiegeling van de gebouwen. Foto AP / Matt Dunham
Banken moeten hun boeken laten controleren door externe accountants dus je zou denken: die steken hun hand wel op als iets niet klopt. Maar er zijn nog slechts vier grote accountantskantoren en die verdienen enorm aan consultancy-klussen voor dezelfde banken. Sommige accountantskantoren doen zelf ook bankactiviteiten, zoals beursgangen voor kleinere bedrijven.
Hetzelfde probleem betreft de kredietbeoordelaars. Hun ‘ratings’ spelen nog altijd een centrale rol in het financiële stelsel, en nog altijd worden de bureaus betaald door de banken wier instrumenten ze zogenaamd neutraal beoordelen.
Kan je nee zeggen tegen drie, vier of vijf keer je huidige salaris?
Oké, zult u zeggen, maar waarom horen we hierover dan zo weinig? Het antwoord is dat ook de schil die het hele stelsel kritisch zou moeten volgen, grotendeels is kaltgestellt. Allereerst de toezichthouders. Ik sprak er twee uitvoerig en citeer de hoogst geplaatste, zelf een oud-bankier:
“Banken bieden de goede mensen bij ons een boel geld. Dat is de echte karaktertest, of je nee kan zeggen tegen drie, vier of vijf keer je huidige salaris. Denk aan het (in Londen vaak astronomische) schoolgeld en de huizenprijzen. Door over te stappen van mijn bank naar de toezichthouder heb ik die kwaliteit van leven de rug moeten toekeren.”
Intussen zijn topuniversiteiten effectief ingekapseld door de financiële sector
Intussen zijn topuniversiteiten effectief ingekapseld door de financiële sector: via donaties en gebruik van faciliteiten, maar ook door de trend dat topprofessoren economie duizenden, zo niet tienduizenden dollars per dag kunnen verdienen als consultant, expertgetuige of als privédocent bij de grote banken – in de Angelsaksische wereld gaat dit het verst, in Europa zie je het onder neoliberale druk ook steeds meer. Als je universiteiten met elkaar laat concurreren, moet je niet raar opkijken als ze om geld gaan bedelen bij instanties die door hun wetenschappers juist kritisch zouden moeten worden gevolgd.
Maar de nieuwsmedia dan, vraagt u vertwijfeld? Tja, het internet heeft de klassieke kwaliteitsmedia van hun verdienmodel beroofd terwijl veel kranten zijn gekocht door investeerders die primair rendement eisen, niet kwaliteit. De publieke omroep ligt aan dezelfde ketting. Wanneer de ‘netmanager’ op 31 december het afgelopen jaar Pauw & Witteman moet evalueren, dan rekent hij ze af op kijkcijfers, niet op hoe vaak het de heren lukte om een inhoudelijk gesprek te organiseren over de financiële sector.
Als mensen bloemkolen willen, geven we ze bloemkolen en voor boodschappen moet je bij de supermarkt zijn. Zo denken de commerciële types in de informatiemedia en hun mentaliteit domineert de publieke opinie steeds meer. De financiële lobby is ze er ongetwijfeld dankbaar om.
Maar de politiek dan, hoor ik u roepen. Tja. Het fundamentele probleem is dat de financiële sector mondiaal opereert, terwijl de tegenkracht zich primair op nationaal niveau organiseert. Het helpt evenmin dat nationale parlementsleden in Europa nauwelijks een staf hebben en idioot veel onderwerpen moeten volgen. Intussen verdient een man als Tony Blair nu 2,5 miljoen pond per jaar als speciaal adviseur bij JP Morgan.
Toen Timothy Geitner klaar was als minister van Financiën in de Verenigde Staten ging hij het lezingencircuit in. Hoeveel betaalde Deutsche Bank hem voor een enkele lezing? Tweehonderdduizend dollar. Larry Summers dereguleerde de grote banken onder president Clinton, verdiende daarna als consultant voor diezelfde banken zeventien miljoen dollar en ging toen weer voor president Obama werken.
Zo zijn er talloze voorbeelden. En dan hebben we het nog niet eens gehad over de letterlijk honderden miljoenen dollars die de sector jaarlijks uittrekt voor lobbyen en campagnedonaties – een deftig woord voor politieke corruptie.

Zonlicht van de ‘Walkie Talkie’-wolkenkrabber reflecteert in de straten van het financiële centrum. Foto AFP / Leon Neal
Veel mensen zullen dit lezen en instinctief denken: zo erg kan het niet zijn. Dat klopt vast een beetje want ik moet nuanceringen en tegenvoorbeelden overslaan. Maar mij lijkt onmiskenbaar dat de financiële sector is verworden tot een mondiale moloch van in elkaar grijpende, de facto kartels die samen de markt verdelen en hun royale winsten deels gebruiken om hun machtspositie te behouden.
Wat blijkt? Banken zijn intrinsiek instabiel
Maar het wordt nog erger. Als die megabanken nu adequaat werden geleid, dan leefden we althans onder een stabiel juk. Maar als mijn tweehonderd interviews iets hebben duidelijk gemaakt dan is het dat de banken intrinsiek instabiel zijn.
Vóór dit onderzoek dacht ik dat banken opereerden als legers; een piramide met een heldere bevelstructuur en duidelijke hiërarchische lijnen zodat informatie adequaat van beneden naar boven en terug kan stromen. Het tegendeel is waar. De megabanken bestaan uit eilandjes vol huurlingen. Zakenbankiers in Londen en New York kunnen iedere vijf minuten worden ontslagen, en wie niet iedere paar jaar wisselt van bank is een loser. Op veel van die eilandjes kunnen die huurlingen intussen life changingfortuinen verdienen. Als het echt misgaat betaalt de aandeelhouder of anders de belastingbetaler. Dat is de realiteit achter een beursgenoteerde Too Big To Fail bank.
Luister naar deze trader bij een grote bank:
“Het is ieder voor zich, want mijn collega’s zijn ook mijn concurrenten in de markt. Maar het is ook wij als traders tegen de bank. Zelfs de baas van alletraders staat aan onze kant, tegen de bank.”
Probeer in zo’n klimaat als risicomanager bij de bank maar eens de onderste steen boven te krijgen, zonder enige ontslagbescherming. Deze vrouw (van eind twintig) werkt in een megabank bij group financial reporting, de afdeling die alle cijfers verzamelt voor rapportages en het jaarverslag:
“Je zou wat wij doen een ritueel kunnen noemen. Ieder jaargetijde doen we hetzelfde, volgens een vast schema, resulterend in de resultaten die de bank in staat stellen te zeggen: kijk, we hebben de boel onder controle. Het probleem is dat niemand de banken meer begrijpt, inclusief de insiders zelf. Wij als interne accountants horen de bank te begrijpen, en dit begrip te illustreren aan de hand van onze cijfers. Maar het is eerder andersom. Wij hebben een proces, daarmee verzamelen we cijfers en als dat volgens de regels verloopt en iedere stap keurig is gezet, dan geldt de uitkomst als erkend en legitiem. Wat wij doen is legitimatie.”
Zo kan ik nog dertig citaten geven, maar laat ik volstaan met eerder genoemde toezichthouder:
“Uiteindelijk zijn wij afhankelijk van self declaration, van wat het management van de bank ons laat zien. Maar zij weten zelf vaak niet wat er gaande is, omdat banken zo groot en immens complex zijn geworden. Ik denk niet dat ik ooit bewust ben voorgelogen – hoewel ik dat natuurlijk nooit kan weten. De echte dreiging is niet dat het management dingen voor ons verbergt. Het echte gevaar is dat het management zelf niet weet welke risico’s de bank loopt – hetzij omdat niemand dat weet of omdat hun eigen mensen het voor ze verborgen houden.”

Iemand loopt voorbij de Royal Bank of Scotland in de City. Foto Reuters / Stefan Wermuth
Dit is de Too Big to Fail megabank anno nu en Britten hebben daar een mooie zin voor: “What could possibly go wrong?”
Hoe zijn we ooit in dit ommuurde moeras terecht gekomen?
Hoe zijn we ooit in dit ommuurde moeras terecht gekomen? Waar waren we zo druk mee, terwijl de banken via de politiek hun ketens afwierpen, hun de facto kartels vormden of verder uitbouwden en daarna ongehinderd de grootste krediet-luchtbel sinds de jaren dertig opbliezen – aangemoedigd door desastreus beleid van de centrale banken?
Wat ik me herinner van de jaren negentig is dat we genoten van verfrissend nihilistische cabaretiers, van de door en door cynische films van Quentin Tarantino en de Coen Brothers, van Fight Club en de Simpsons. Amerika was verzonken in het proces van O.J. Simpson en daarna het Lewinsky-schandaal, terwijl de westerse intelligentsia in slaap dommelde boven triomfantelijke boeken als Het Einde van de Geschiedenis.
Daarna kwamen de aanslagen van 11 september en een peperdure invasie van Irak. Het hield de publieke opinie bezig en intussen timmerden de megabanken verder aan hun imperia, met aan de top vaak amorele figuren die zo uit een film van Tarantino lijken weggelopen.
En nu? Na de aanslagen van 11 september werd wel gezegd dat nu de ironie voorbij was: wat had je aan dubbelzinnigheid in het licht van het pure kwaad van Al-Qaeda? Dat bleek prematuur, maar de val van Lehman, bijna op de dag zeven jaar na de aanslagen, zou weleens de comeback kunnen inluiden van de ernst.
De mondiale financiële kartels hebben een succesvolle machtsgreep kunnen doen en alleen een politiek proces kan dat ordentelijk ontmantelen en terugdraaien. Voor zo’n proces heb je breed draagvlak nodig en dat vereist geloofwaardigheid – precies het tegenovergestelde van ironie, cynisme en apathie.
Wat een deprimerende rotzooi zijn we ervan aan het maken, als westerse wereld
Of blijven we toch liever nog wat langer in rondjes draaien? Dit was in ieder geval de kardinale misser van Occupy; door zich vooraf politiek neutraal te verklaren, stelde Occupy zich direct buiten het democratische proces dat juist bestaat om stap voor stap breed gedragen institutionele veranderingen in een samenleving door te voeren. Geen wonder dat Occupy snel verzandde in een gesprek over en met zichzelf.
Wat een deprimerende rotzooi zijn we ervan aan het maken, als westerse wereld. Zeker als je bedenkt dat we nu eigenlijk met zijn allen kei- en keihard bezig zouden moeten zijn om onze economie op een ecologisch duurzame leest te schoeien.
LEES MEER OVER:
 
BANKEN
ECONOMISCHE CRISIS
JORIS LUYENDIJK
KREDIETCRISIS
THE CITY