Vijf topmanagers van Ennia, de grootste verzekeringsmaatschappij van de Antillen, waarschuwden los van elkaar dat de eigenaar het bedrijf zou uithollen. Een van hen sprak van ‘een zeer ernstige zorgelijke en alarmerende situatie’.
Dit blijkt uit een tot nu toe onbekend vonnis van het Gerecht in eerste Aanleg van Aruba van 1 juli 2013. Het vonnis, in handen van Het Financieele Dagblad, gaat over een arbeidsconflict van Ennia met een van de klokkenluiders.
Vernietigend DNB-rapport
Het vonnis heeft grote actuele waarde. De waarschuwingen van de Ennia-managers komen namelijk naadloos overeen met een vernietigend onderzoek van de Nederlandsche Bank (DNB) over Ennia, dat twee weken geleden uitlekte via het FD.
Pikant is dat een van de klokkenluiders nu nog een hoge functie bekleedt bij Ennia. Het gaat om ‘senior managing director’ Gilbert Martina. In reactie op het DNB-rapport beweerde hij recent in Antilliaanse media dat er geen reden was voor zorg.
Maar het Arubaanse vonnis meldt: ‘Verder heeft Gilbert Martina, werkzaam bij Ennia, aan de bel getrokken voor wat betreft de degelijkheid van het bestuur en bestuurdersaansprakelijkheid.’
Volgens het vonnis heeft een andere directeur van Ennia, Roger Schimmel, in 2010 de Centrale Bank van Aruba geïnformeerd over zijn zorg over het beleggen van polisgelden. Dat leidde tot een aanwijzing en een boete van Aruba voor Ennia. De Centrale Bank van Curaçao en Sint Maarten (CBCS) is eerstverantwoordelijk voor het toezicht op Ennia, maar de Arubaanse en Nederlandse centrale banken hebben een tweedelijns taak voor sommige Ennia-dochterondernemingen.
'Niet afgedekt catastroferisico'
Ennia-directeur Schimmel meldde volgens het vonnis ook in 2011 zijn commissarissen ‘bezorgdheid (..) over, onder meer, het herverzekeren, het ontbreken van kapitaal en het niet afgedekte catastroferisico’. Ennia-eigenaarHushang Ansary had volgens hem de herverzekering tegen orkaanschade gestopt.
Volgens de Ennia-directeur verstrekte de Ansary Group ‘veelvuldig intercompany leningen (..) wat uiteindelijk is verworden tot het risicovol uitlenen van polisgelden van Ennia-onderdelen aan andere bedrijven van de Ansary Group dan wel aan niet-beursgenoteerde ondernemingen’. 'Verontrustend' noemt hij ‘betalingen aan derden zonder dat daar een geleverde dienst of product tegenover stond’ en ‘het doorsluizen van gelden die bestemd waren voor Ennia Aruba naar Ennia Curaçao’.
Het beleid van Ennia was volgens de directeur ‘te veel, dan wel uitsluitend, gericht op de eigen belangen van de aandeelhouder(s) en te weinig, dan wel in het geheel niet, op die van de polishouders’.
Interim-dividendbetalingen
Volgens het vonnis stuurde ook toenmalig Ennia-actuaris Herman Couperus in 2010 een memo met zijn zorgen aan de Ennia-directie. Toenmalig financieel directeur van Ennia Marco Meuleman, die nu een hoge functie bij Rabobank heeft, plaatste vraagtekens bij twee forse interim-dividendbetalingen van $1,5 mln en $2,5 mln door Ennia richting Ansary.
De legal counsel van Ennia heeft volgens dit vonnis op 24 november 2010 kritiek geuit op het uithollen van de rechten van verzekerden ‘omdat 70% van het belegd vermogen van Ennia Leven is verstrekt aan ondernemingen die aan de Parmangroep gerelateerd zijn’.
KPMG-accountant
Nadat KPMG-accountant Ralph Palm in 2011 bestuursvoorzitter van Ennia werd, beschuldigde de verzekeraar klokkenluider Schimmel van corruptie. Deze aantijgingen verwerpt de Arubaanse rechtbank.
Minister Plasterk kondigde na de FD-publicaties aan de situatie rond Ennia en de rol van de CBCS op de Rijksministerraad aan de orde te stellen. Ennia steldewoensdag de publicatie van jaarcijfers over 2015 uit.
De klokkenluiders, Ennia, CBCS, DNB en de Arubaanse centrale bankbeantwoorden geen vragen.
Lees het vonnis van de rechtbank van Aruba als pdf