April 30, 2015

Noodstop Fugro op de Antillen

Bron: Financieel Dagblad 30-04-2015

Noodstop Fugro op de Nederlandse Antillen (PDF)
Bodemonderzoeker Fugro heeft de meeste internationale activiteiten extra beschermd tegen een vijandige overname. Via een stichting op Curaçao kan de zeggenschap over een groot deel van de omzet worden teruggebracht tot de helft, blijkt uit onderzoek van Het Financieele Dagblad. Aandeelhouder Boskalis probeerde deze constructie op de agenda van donderdag 30 april te krijgen.
Drie beschermingswallen
Hoe de onafhankelijkheid van een bedrijf het best kan worden gegarandeerd, is voor een bedrijf als Fugro een belangrijke vraag. Met de dienstverlening aan grote oliemaatschappijen beschikt het bedrijf over zeer concurrentiegevoelige informatie. Om de onafhankelijke status te versterken en een vijandige overname te blokkeren heeft Fugro maar liefst drie beschermingswallen opgericht.
In maart stapte aandeelhouder Boskalis naar de rechter om de beschermingsconstructie via Curaçao op de agenda te krijgen. De rechter oordeelde dat Fugro hier geen gehoor aan hoeft te geven, waarna Boskalis heeft aangekondigd in hoger beroep te gaan.
Preferente aandelen
Veel Nederlandse beursfondsen kennen een bepaalde mate van bescherming. De populairste is de uitgifte van preferente aandelen aan een bevriende stichting om het stemrecht van de bestaande aandeelhouders (tijdelijk) te verwateren tot maximaal de helft. Van de beursfondsen heeft 40% deze specifieke beschermingswal, bleek onlangs uit onderzoek van het FD.
Zo ook Fugro. Dat kent sinds 2001 een stichting waar beschermingspreferente aandelen aan kunnen worden uitgegeven. In 2012 is met de stichting een optieovereenkomst gesloten, waarbij de stichting zelfstandig het recht heeft gekregen beschermingsaandelen te verwerven wanneer het bestuur dit noodzakelijk acht.
Gecertificeerde aandelen
Daarnaast heeft het bedrijf de aandelen gecertificeerd. Daarbij is het stemrecht in handen van een ‘stichting administratiekantoor’ en niet van de houders van de beursgenoteerde certificaten. Deze vorm van bescherming komt maar bij 14% van de beursfondsen voor.
Fugro heeft echter nog een constructie opgetuigd, die uniek is. Sinds 1999 is een beschermingswal ondergebracht bij de Stichting Continuïteit Fugro op Curaçao. Deze stichting heeft een optierecht op preferente aandelen van twee Curaçaose dochterbedrijven: Fugro Consultants International (FCI) en Fugro Financial International (FFI).
Calloptie
FCI en FFI zijn statutair gevestigd op het Antilliaanse eiland, maar in Nederland ingeschreven op het adres van het hoofdkantoor van Fugro in Leidschendam. Het bestuur van de stichting kan de zogenoemde calloptie uitvoeren als in zijn ogen de 'zelfstandigheid, continuïteit of identiteit' van Fugro ongewild wordt aangetast, zo blijkt uit de statuten.
Volgens het jaarverslag vallen veel internationale activiteiten, onder meer in de Verenigde Staten, Brazilië en Rusland, onder FCI. Welk deel van Fugro precies onder de Curaçaose tussenholdings valt, wil een woordvoerder van Fugro niet zeggen, wel dat 'een aanzienlijke meerderheid van de internationale activiteiten en daarmee een groot deel van de omzet onder FCI hangt'.
In FFI zit de Zwitserse financieringsmaatschappij Fugro Finance AG. Deze vennootschap heeft in 2011 een leningfaciliteit van € 775 mln afgesloten met een bankenconsortium.
Ondernemingskamer
Bijkomend voordeel is volgens een gespecialiseerde advocaat dat de constructie via Curaçao niet onder Nederlands, maar onder Antilliaans recht valt. Mogelijke wetswijzigingen in Nederland zijn dan niet van invloed en een gang naar de Ondernemingskamer is bijvoorbeeld uitgesloten. Bij een geschil is de Nederlandse Hoge Raad uiteindelijk wel de hoogste rechtsinstantie.

Op papier onafhankelijk, maar bedrijf houdt grip op bestuurders stichting

De door grootaandeelhouder Boskalis bestreden Antilliaanse beschermingsstichting van Fugro wijkt in haar governance af van de andere twee stichtingen die de bodemonderzoeker moeten beschermen tegen een vijandige overname.
In de benoeming van de bestuurders van de stichting Continuïteit Fugro heeft het bedrijf nog grote invloed. Een van de bestuurders (‘bestuurder A’) wordt zelfs rechtstreeks benoemd door de directie van het bedrijf, onder goedkeuring van de raad van commissarissen. De andere vier bestuurders moeten worden goedgekeurd door de directie van Fugro.

Bij de andere twee stichtingen (Beschermingspreferente aandelen Fugro en het Administratiekantoor) is die invloed niet langer aanwezig. Bij beide stichtingen worden nieuwe bestuurders door het zittende bestuur benoemd. Bij de oprichting – respectievelijk in 2001 en 1992 – was er bij deze twee stichtingen nog wel sprake van bemoeienis van de Fugro-directie met de benoemingen. In een latere statutenwijziging (2013 en 2011) werd die bepaling geschrapt en werd het zittende bestuur volledig verantwoordelijk.

‘Het bestuur van deze twee stichtingen wilde zijn onafhankelijkheid benadrukken’, geeft een woordvoerder van Fugro als verklaring voor de wijziging. ‘Dat verzoek hebben we uit Curaçao niet gekregen.’

De onafhankelijkheid van de stichting op Curaçao is dus betrekkelijk. Daar komt bij dat de positie van bestuurder A momenteel wordt bezet door een oudgediende van Fugro, oud-ceo en voormalig commissaris Gert-Jan Kramer. Hij heeft een machtige positie, want de bestuurder A moet aanwezig zijn op vergaderingen om geldige besluiten te kunnen nemen. De woordvoerder: ‘Het is goed om in dat bestuur iemand te hebben zitten die goed op de hoogte is van het reilen en zeilen bij Fugro.’

April 27, 2015

Aandachtspunten voor administratiekantoren (3) Concurrentiepositie

Conform ons burgerlijk recht geldt dat voor een veelheid van ondernemingen accountantscontrole geen vereiste is. Veel bedrijven hebben dus geen handtekening nodig van een Registeraccountant of een CPA (Certified Public Accountant) om toch tot een civielrechtelijk acceptabele jaarrekening te komen. Concurreren met met een dure accountant is in ieder geval op prijs geen enkel probleem voor de administratiekantoren.

Tegelijkertijd doet zich een ander fenomeen voor. Veel grote accountantskantoren zijn geplaagd door wat algemeen wordt aangeduid als boekhoudschandalen. Deloitte heeft haar ervaringen met Ahold. Ernst & Young (tegenwoordig met EY) met ondermeer Vie d'Or en de KPMG vennoten naaien elkaar in het pak als ze de kans krijgen. Om over het al weer jaren ter ziele Arthur Andersen maar te zwijgen.

De typische reactie van accountants is dan niet introspectie (wat doen we fout?) maar juist het tegenovergestelde; wat doen onze clienten fout. In mijn beleving ontstaat nu een bovenmatige tegenreactie van de RA's en CPA's. Zij zien hun respectievelijke clienten momenteel als hun grootste vijand. Waar accountants eerst hun uiterste best deden om hun clienten zoveel mogelijk (en ook te veel) ter wille te zijn onstaat nu een cultuur van indekken ten opzichte van de client.
Voor eenvoudige -maar wel prijzige- samenstellingsverklaring moet de client in prive verklaringen afgeven over de juistheid van door hem/haar opgeleverde informatie en het niet achterhouden van relevante informatie. Ook zie ik accountants nu steigeren als ik voorstel om fiscaal acceptabel voorzieningen op te nemen in jaarrekeningen. Kortom; bij accountants staat nu het belang van de accountant voorop en niet dat van de client. Onlangs zag ik een email van een accountant die een fiscale jaarrekening opstelt en vervolgens daar allerlei niet terzake doende ondernemingsrechtelijke consequenties aan verbindt. Wat een onzin. Je moet natuurlijk wel beseffen wat je aan het doen bent als accountant.

Voor administratiekantoren biedt dit kansen. Als je als administratiekantoor goed luistert naar de wensen van de client en die wensen -uiteraard binnen de kaders van de wet- inpast in de administratie en op te leveren jaarrekening staan de Curacaose ondernemers voor je open te meer omdat je prijstechnisch de accountact ook wel kan verslaan uiteraard.

Ik kan me daarbij voorstellen dat je als administrateur soms niet weet hoe je ondernemingsrechtelijk en fiscaal aan de wensen van de client tegemoet kan komen, althans binnen het wettelijk normenkader.

Hoe los je dat op?

Bel Peter op 7374916 of mail naar peter.muller@mullertax.com en dan zoeken we samen naar een oplossing.








April 23, 2015

Aandachtspunten voor administratiekantoren (2) Pensioenopbouw)

Binnen administratiekantoren is het veelal gebruikelijk om alle inboekingen in een boekhoudsysteem te doen vanuit de bankafschriften. De informatie van het bankafschrift wordt overgenomen met daarbij een tegenrekening. Bijvoorbeeld: een client koopt een nieuwe bureaustoel voor ANG 500,--

De boeking is dan:

Inventaris                ANG 500,--

Aan Bank                                         ANG 500,--


De grootboekrekening Inventaris wordt gedebiteerd omdat er een bureaustoel bijkomt, de bank gecrediteerd omdat de betaling maakt dat de bankrekening ANG 500,-- lager wordt.

Stel een vennootschap heeft voor de directeur-grootaandeelhouder afgesproken dat er pensioenopbouw voor hem/haar zal plaatsvinden en dat dit in een andere entiteit -in ons voorbeeld een pensioenvennootschap- plaatsvindt.

Deze pensioenvennootschap zal van de werkmaatschappij pensioendotaties ontvangen waarmee de opbouw van de pensioenvoorziening kan plaatsvinden. Als de pensioengerechtigde leeftijd is bereikt zal de directeur-grootaandeelhouder vanuit deze pensioenvennootschap zijn pensioencentjes ontvangen.












In de praktijk blijkt het bovenstaande voor administratiekantoren vaak lastig te zijn om tot een goede administratieve vastlegging te komen.

Wat gebeurt er namelijk, of beter gezegd, wat dient er te gebeuren?

Tijdens de pensioenopbouw doet de werkmaatschappij aan de pensioenvennootschap pensioendotaties. Deze zijn als personeelslasten aftrekbaar voor de werkmaatschappij. Voor de pensioenvennootschap zijn het echter opbrengsten. In de pensioenvennootschap groeit de pensioenvoorziening. Deze aangroei is een last voor de pensioenvennootschap omdat haar verplichtingen groter worden. Veel administratiekantoren gaan hier al de fout zo zien wij vaak in de praktijk.

Op het moment dat de pensioengerechtigde leeftijd is bereikt gaat de pensioenvennootschap uitkeringen doen aan de directeur-grootaandeelhouder. Deze uitkeringen zijn een kostenpost voor de pensioenvennootschap. Door het stijgen van de leeftijd van de directeur-grootaandeelhouder wordt jaarlijks de pensioenvoorziening kleiner. De afname van de pensioenvoorziening is winst voor de pensioenvennootschap. Die winst is niet zichtbaar -want staat bijvoorbeeld niet in de bankafschriften- maar is wel degelijk. In een ideale sitatie waarbij einde pensioendatum -en nu worden we wat cru- samenvalt met het overlijden van de directeur-grootaandeelhouder is de pensioenvoorziening nihil. Dat gebeurt natuurlijk nooit. Als de directeur-grootaandeelhouder overlijdt voor pensioendatum maakt de pensioenvennootschap winst. Wij noemen dit -ik zei het al we zijn een beetje  cru- overlijdenswinst.

Heeft u vragen/opmerkingen over het bovenstaande neem dat contact op via: peter.muller@mullertax.com



retirement cartoons

Ik ben gehoord!

Bij het indienen van een bezwaarschrift verzoeken wij telkens aan de Belastingdienst om te worden gehoord indien men overweegt om negatief te beschikken op het bezwaarschrift. De Belastingdienst is dan bij wet verplicht om -inderdaad- te horen. Deze wettelijke bepaling dateert uit 2001 toen de zogenaamde ALL (Algemene Landsverordening Landsbelastingen) werd ingevoerd. Een stuk wetgeving ten aanzien van formeel belastingrecht. Vandaag ben ik voor het eerst gehoord door een medewerkster van de belastingdienst waarvoor hulde!

April 21, 2015

Aandachtspunten voor administratiekantoren 1 (GOODWILL)











Een studiegenoot van mij, Sjef van Swaaij, houdt in Nederland een blog bij getiteld taaljesjes voor juristen. Zelf ben ik al fiscalist wat aardser ingesteld maar het inspireerde mij om een blog op te zetten met kwesties waar administratiekantoren tegen aanlopen. Wij doen veel zaken met verschillende administratiekantoren en kunnen derhalve uit onze praktijkervaring diepen.

In deze serie willen wij kort een aantal zaken bespreken die ons opvallen tijdens besprekingen met administratiekantoren.



Met enige regelmaat zien wij dat administratiekantoren goodwill activeren in de jaarrekening van een vennootschap. Vervolgens wordt op deze goodwill afgeschreven. Afschrijven op goodwill kan fiscaal alleen indien het gekochte goodwill betreft. Op zelf gekweekte goodwill kan niet worden afgeschreven.

Mocht u over het bovenstaande vragen of opmerkingen hebben mail dan naar peter.muller@mullertax.com


Als u ervaringen wilt delen omtrent het administreren van goodwill ben u uiteraard ook zeer welkom.

April 14, 2015

Bijzonder beheer van banken

De laatste tijd is er veel te doen over de houding van banken ten aanzien van hun voormalige clienten. Wij hebben een client die gedwongen werd door de bank om zijn huis te verkopen. Uiteraard ontstaat bij een dergelijke verkoop dan een verlies en een restschuld aan de bank. De restschuld van onze client is aanzienlijk. Naar mijn mening zou de bank deze restschuld moeten afschrijven. Waarom? De bank is financieel deskundig. Eerst verkoopt de bank jou een lening die je volgens de bank makkelijk kan aflossen. Dan breekt een -overigens door banken veroorzaakte crisis uit- en als je dan je lening niet kunt terugbetalen wordt je door bijzonder van de bank neergezet als een soort crimineel. Wij hebben bij de bank kunnen uitonderhandelen dat onze client maandelijks een luttel bedrag betaalt totdat hij in beter vaarwater komt te verkeren. Wat mij betreft ga ik tegen die tijd alsnog pleiten voor geheel of gedeeltelijke kwijtschelding. Ik wordt daarbij geinspireerd door berichten op follow the money (ftm.nl) en stopderestschuld.nl

Ik houd u op de hoogte.



April 03, 2015

Een client stuurde mij onderstaande:

The only difference between a tax man and a taxidermist is that the taxidermist leaves the skin.  


- Mark Twain