Nieuwe bilaterale regeling tussen Nederland en Curaçao, alsmede toepassing artikel 35a huidige BRK in 2014
Internationale fiscale mededeling van 12 december 2013, IFZ 2013/863
1. Inleiding
Vandaag is tussen Curaçao en Nederland overeenstemming bereikt over de tekst van een nieuwe bilaterale regeling ter voorkoming van dubbele belasting tussen beide landen. Bedoeling is dat deze nieuwe bilaterale regeling de huidige uit 1964 daterende Belastingregeling voor het Koninkrijk (BRK) in de verhouding Nederland- Curaçao gaat vervangen.
De nieuwe bilaterale regeling zal de formele status krijgen van een Rijkswet. Alvorens de nieuwe bilaterale regeling toepassing kan vinden, dient het parlementaire traject in beide landen doorlopen te zijn. De verwachting is dat de nieuwe bilaterale regeling vanaf 1 januari 2015 zal gaan gelden.
2. Hoofdlijnen uit de regeling en toepassing artikel 35a huidige BRK
- Tot 5 jaar na emigratie kan erf- en schenkingsrecht worden geheven onder verrekening van de heffing in het andere land (subsidiair heffingsrecht);
- Nederland en Curacao zullen (automatisch) informatie uitwisselen conform de internationale standaard;
- naast een bronheffingspercentage voor dividenden van 15 procent zal er voor actieve vennootschappen een nulprocenttarief komen op deelnemingsdividend. Hierbij zal worden voorzien in een zogenoemde ‘limitation on benefitsbepaling’;
- voor bestaande participaties van ten minste 25 procent die niet in aanmerking komen voor het nulprocenttarief geldt tot uiterlijk eind 2019 een bronheffingspercentage op deelnemingsdividenden van 5 procent;
- voor niet overheidspensioenen geldt een gedeeld heffingsrecht met een bronstaatheffing van 15% in combinatie met eerbiedigende werking (woonstaatheffing) voor ingegane pensioenen van Nederlanders die reeds op Curaçao wonen;
- een bronstaatheffing voor de beloningen van sporters en artiesten;
- een bronstaatheffing voor beloningen voor het verrichten van diensten langer dan 183 dagen (service PE);
- een bronheffingsrecht voor dividenden en vervreemdingswinsten over voor emigratie opgebouwde aanmerkelijk belangwinsten;
- een regeling gericht op zogenoemde hybride entiteiten;
- een regeling voor onderling overleg met de mogelijkheid van (verplichte) arbitrage;
- in 2014 blijft, vooruitlopend op de nieuwe bilaterale regeling, artikel 35a van de huidige BRK achterwege met betrekking tot de toepassing van artikel 17, derde lid, onderdeel b, van de Wet op de vennootschapsbelasting 1969, met dien verstande dat dit laatste artikel niet wordt toegepast.
No comments:
Post a Comment