In 2014 kregen wij de onroerendezaaksbelasting als opvolger van de grondbelasting uit 1908. Naar mijn idee heeft dat niet tot wezenlijke wijzigingen geleid omdat de insteek van 1 waardebepaling die in beginsel geldt voor een vijfjaarsperiode in stand is gebleven.
Om een mijn onbekende reden -wellicht budgettair- heeft de fiscus vervolgens besloten om voorlopige aanslagen onroerendezaaksbelasting op te leggen. Dat werd vorig jaar augustus afgeschoten door een van onze belastingrechters die -terecht- oordeelde dat voorlopige aanslagen alleen kunnen worden opgelegd voor zogenaamde tijdvakbelastingen. De onroerendezaaksbelasting is een tijdstipbelasting omdat de waarde van de betreffende onroerendezaak in beginsel wordt gesteld op die op 1 januari. Ok, geen voorlopige aanslagen dus, die werden allemaal nietig verklaard.
Vervolgens worden definitieve aanslagen opgelegd. Deze definitieve aanslagen werd opgelegd tegen een hogere waarde.
Daar begint mijn pijnpunt. De aanslag over 2014 bevat naar mijn idee -en niet alleen mijn idee zo werd mij ingefluisterd- twee rechtshandelingen. Uiteraard de aanslag maar ook de waardebepaling. De aanslag was nietig maar niet de waardebepaling. De landsverordening in is helder; er wordt eenmaal een waardebepaling gedaan. Nu heeft onze fiscus dat dus tweemaal gedaan. Naar mijn mening is de tweede waardebepaling nietig. En daarover zijn wij aan het procederen. Overigens weer ik dat er nog twee belastingadvieskantoren zijn die deze mening zijn toegedaan.
Maar bij de fiscus werken slimme mensen. Bij de eerste zaak die ik heb gedaan over deze kwestie heeft de inspecteur ons een paar dagen voor de zitting gelijk gegeven en dan ben je -bij gebrek aan een belang- niet ontvankelijk.
Over twee weken zitten wij met betrekking tot deze kwestie weer voor de rechter. Bij een van de zaken is het belang tamelijk groot omdat de fiscus heeft opgeschaald van 1,2 miljoen naar 2 miljoen waarde en dat scheelt over 5 jaar iets meer dan 24 mille. Ben benieuwd of de fiscus deze strijd nu met ons aangaat of weer de handdoek in de ring gooit. Als zij dat doet ontstaat er grote rechtsongelijkheid tussen degenen die in bezwaar zijn gegaan en degenen die dat niet hebben gedaan. Immers alleen de eerstgenoemden krijgen dan een aanslag opgelegd naar de eerste waardebepaling.
Zoals altijd houden wij u op de hoogte.
No comments:
Post a Comment