Bij PB 2016, no.
37 werd met de Landsverordening pensioensparen, reparatie en modernisering
belastingverordeningen wederom een omvangrijke herziening van ons
belastingstelsel beoogd. In deze bijdrage richt ik mij op één onderwerp uit
deze landsverordening, te weten de introductie van transfer pricing in de Curaçaose
fiscale wetgeving.
In het fiscale
recht geldt dat het van belang is dat gelieerde partijen telkens in een
zakelijke verhouding tot elkaar staan. Dit wordt het “at arm’s length” beginsel
genoemd. Toepassing van dit beginsel is van belang in zowel lokale als ook
internationale verhoudingen. In lokale verhoudingen kan dit van belang zijn
omdat, hoewel gelieerde ondernemingen onder het zelfde belastingtarief vallen,
de ene onderneming beschikt over compensabele verliezen en de andere niet. In
een dergelijke situatie is het uiteraard voordeliger om winsten zoveel mogelijk
te laten vallen bij de onderneming die vanwege die compensabele verliezen
daarover geen belasting naar de winst verschuldigd is totdat de te verrekenen
verliezen zijn opgesoupeerd.
In fiscalibus
wordt ervan uitgegaan dat tussen niet-gelieerde partijen transacties immer een
zakelijk karakter zullen hebben. Immers, zelfs als een op het eerste gezicht
niet zakelijke prijsvorming is ontstaan tussen niet gelieerde partijen, zal dat
een zakelijke grondslag hebben. Gedacht kan worden aan compensatie voor een te
hoge prijs bij een eerdere transactie of vanwege het in stand houden van de
relatie om andere redenen.
In internationale
verhoudingen kan men trachten de totale belastingdruk te mitigeren door winsten
te laten vallen in landen waar de belasting naar de winst lager is dan in een
ander land. Met andere woorden: men tracht transacties zo in te vullen dat
belastingdruk plaatsvindt in het land dat laag belast en kosten in het land dat
hoog belast.
Het bepalen van de te hanteren prijzen voor het verlenen van diensten en leveren van goederen tussen gelieerde ondernemingen wordt aangeduid met “transfer pricing” en in het Nederlands met interne verrekenprijzen, hoewel ook in Nederland over het algemeen enkel de term “transfer pricing” wordt gehanteerd.
Dit schuiven met
winsten is al langere tijd een doorn in het oog van de OESO, die in 1979 een
eerste rapport publiceerde over dit onderwerp getiteld, ”Transfer pricing and
multinational enterprises”. In onder meer het Verenigd Koninkrijk en de
Verenigde Staten is transfer pricing al onderwerp van wetgeving sedert
respectievelijk 1910 en 1917.
Het is derhalve
een belangrijk onderwerp dat onder meer moge blijken uit het feit dat het een
specialisme is in grote belastingadviespraktijken.
De OESO heeft
haar strijd tegen in haar beleving foute toepassing van transfer pricing verder
voortgezet door een project op te zetten met de veelzeggende naam “Base Erosion
en Profit Shifting” (BEPS).
Voor de Curaçaose
wetgever heeft dit aanleiding gevormd om in de Algemene Landsverordening
Landsbelastingen artikel 43 aan te vullen met leden 11 en 12. Deze leden
bepalen dat gelieerde lichamen voor wat betreft hun onderlinge
rechtsverhoudingen dienen vast te leggen hoe de voorwaarden met betrekking tot
deze rechtsverhoudingen tot stand zijn gekomen en tevens dient daarbij
aannemelijk te worden gemaakt dat deze voorwaarden in het economisch verkeer
ook tussen onafhankelijke partijen zouden zijn overeengekomen. Inwerkingtreding
heeft plaatsgevonden met terugwerkende kracht per 1 januari 2016 bij PB 2016
no. 56.
Dit betekent,
vergeleken met de situatie van voor totstandkoming van deze wetgeving, een
verschuiving van de bewijslast van de zakelijke juistheid van transacties
tussen gelieerde partijen van fiscus naar belastingplichtige. Immers, voorheen
diende de fiscus haar stellingen met betrekking tot onzakelijkheid van onderlingen
transacties te onderbouwen. Nu ligt de bewijsplicht daarvoor aan de andere
kant.
Overigens is dit
niet de eerste fiscale wetgeving die zich richt op zakelijke verhoudingen
tussen gelieerde partijen. Bij PB 2009, no. 77 werd met terugwerkende kracht tot
1 januari 2000 artikel 6B in de Landsverordening op de winstbelasting 1940
ingevoerd. Dat artikel tracht de verhoudingen tussen gelieerde partijen te
regelen waar het betreft geldleningen en het verkrijgen en verlenen van
gebruiksrechten van bedrijfsmiddelen.
Met de
introductie van regels omtrent transfer pricing heeft de Curaçaose fiscus een
machtig wapen gekregen om onzakelijke transactie tussen gelieerde partijen te
bestrijden. De toekomst moet nu leren of en in welke mate van dit wapen gebruik
zal worden gemaakt.
No comments:
Post a Comment