"Ne bis in idem" leerden we in de Universiteit; je mag niet tweemaal worden gestraft voor hetzelfde feit. Dat heeft -ik gooi er wat potjeslatijn tegenaan zodat u onder de indruk raakt- mede aanleiding gegeven tot de zogenaamde una via-leer in ons belastingrecht.
Waar gaat dit allemaal over? Vaak zijn fiscale delicten ook strafbaar op grond van het normale (wij noemen dat "commune") strafrecht. Als u een aangiftebiljet opzettelijk foutief invult pleegt u een strafbaar feit volgens de Algemene Landsverordening Landsbelasting (in Nederland heet dat de Algemene wet inzake Rijksbelastingen). Daarnaast pleegt u uiteraard valsheid in geschrifte. De Belastingdienst kan in dergelijke gevallen in samenspraak met de officier van justitie bekijken of men u liever via het belastingrecht met een administratieve boete bestraft danwel u strafrechtelijk vervolgt conform het commune strafrecht. De "una via"-leer eist dan dat er 1 weg gekozen wordt en daar dient men dan in te volharden.
Even een tussenstapje want u denkt natuurlijk meteen liever een boete dan strafvervolging. In zijn algemeenheid ga ik daar wel in mee maar u moet wel beseffen dat u als verdachte in het commune strafrecht een veel betere rechtsbescherming geniet dan wanneer administratieve sancties dreigen. In het belastingrecht staat namelijk altijd voorop dat hoe dan ook dat juiste belastingschuld naar boven dient te komen. Met als uiteindelijk gevolg dat u zult moeten meewerken aan uw eigen vervolging. In het strafrecht ligt dat anders maar uiteindelijk levert een administratieve boete geen strafblad op en een strafrechtelijke vervolging volgens het commune recht wel.
Er doet zich echter in het belastingrecht nog een samenloop mogelijkheid voor. Die tussen verzuim-en- vergrijpboete. Een verzuimboete wordt opgelegd als u bijvoorbeeld u aangifte te laat doet. Een vergrijpboete wordt opgelegd indien aan het belastingplichtige's grove schuld of opzet kan worden ligt waardoor te weinig belastingcentjes bij de ontvanger zijn beland.
Ook tussen verzuim-en-vergrijpboeten kan samenloop ontstaan. Wij werden geconfronteerd met een client die eerst te laat aangifte doet en voor een te laag bedrag en later dan alsnog volledige en juiste aangifte doet. Eerst legt de fiscus een verzuimboete op (bij het opleggen van de eerste naheffingsaanslag) en naar aanleiding van het indienen van de juiste aangifte bij de tweede naheffingsaanslag wordt een vergrijpboete opgelegd. Onze wetgeving is wat vaag met betrekking tot de vraag of hier dan ook de ne bis in idem regel geldt. Waarbij je je overigens kan afvragen of er ook niet twee verschillende vergrijpen zijn maar de literatuur steunt de gedachte dat ook in dit geval maar een boete opgelegd kan worden. Waarbij geldt dat omdat in ons geval de belastingplichtige juiste aangifte heeft gedaan voor de fiscus haar op het spoor was er gemitigeerd moet worden als de vergrijpboete wordt opgelegd. De wet zegt dan echter wel dat juist de lagere verzuimboete gehandhaafd moet worden en vergrijpboete moet komen te vervallen.
Een andere vorm van twee wegen die wel allebei bewandeld kunnen worden doet zich voor bij het onder dwang verstrekken van informatie door een belastingplichtige aan de fiscus. De ene weg is die van de Algemene wet inzake rijksbelastingen, de andere die van het civiele kort geding met dwangsommen. Informatie is nodig voor het bepalen van de juiste belastingaanslag, maar kan ook worden gebruikt door de fiscus voor strafvervolging of om een boete op te leggen. De fiscus kan op grond van de Algemene wet inzake rijksbelastingen het verstrekken van informatie afdwingen; voldoet men niet aan die plicht, dan zal bijvoorbeeld de bewijspositie over de juistheid van de aanslag verschuiven van de inspecteur naar de belastingplichtige. Daarnaast zie je dat de inspecteur door middel van een civiel kort geding een belastingplichtige met dwangsommen dwingt informatie te verstrekken. De vraag is of dat kan, met name als de informatie die op deze manier van de belastingplichtige onder druk wordt verkregen, gebruikt wordt om een boete op te leggen. Een boete is immers een straf in de zin van art 6 EVRM en dus is als vaker betoogd dat de verplichting om informatie te verstrekken op gespannen voet zou staan met het recht dat in art 6 EVRM wordt gelezen om te mogen zwijgen in een strafrechtelijk traject. De Hoge Raad heeft daarover in juli 2013 bepaald dat de belastingplichtige in een civiel kort geding kan worden veroordeeld om onder last van een dwangsom informatie te verstrekken die van belang kan zijn voor een juiste belastingheffing. Alleen als het gaat om materiaal of informatie waarvan het bestaan - zoals dat heet - van de wil van de belastingplichtige afhankelijk is (simpel gezegd: een verklaring over wat hij heeft gedaan), dan moet ook die informatie worden verstrekt, maar mag die niet voor de strafvervolging of de boete worden gebruikt. De rechter in Kort geding moet dat ook uitdrukkelijk in zijn vonnis aldus bepalen. Het Europees Hof voor de rechten van de mens heeft daarover recent op 9 juli 2015 een arrest gewezen in de zaak Van Weerelt tegen Nederland (784/14). Uitkomst daarvan is dat het oordeel van de Hoge Raad uit 2013 juist is. Een belastingplichtige kan dus niet straffeloos informatie achterhouden met een beroep op het zwijgrecht van art 6 EVRM. Als de fiscus een boete oplegt en de belastingplichtige stelt dat daarbij de informatie die afhankelijk van zijn wil is, toch werd gebruikt, is het aan de fiscus om te stellen en te bewijzen dat bij de beslissing over de boete of strafvervolging het zogenaamde wilsafhankelijke materiaal niet is gebruikt. De narigheid is echter dat juist de vergrijpboetes een percentage van de verschuldigde belasting belopen en die verschuldigde belasting kon worden bepaald dankzij de onder druk verstrekte informatie. De hoogte van de vergrijpboete is dan makkelijk vast te stellen. De inspecteur moet wel opzet of grove schuld kunnen bewijzen. Als belastingplichtige heb je met deze rechtspraak in ieder geval weinig bescherming op grond van art 6 EVRM.
ReplyDeleteThis comment has been removed by the author.
ReplyDeleteLeo dank voor je input. Je bent het met me eens dat je een betere rechtsbescherming geniet in het commune strafrecht dan in het fiscale strafrecht neem ik aan? Dit met name vanwege het beroep op het zwijgrecht dat in het commune strafrecht centraal staat. Naar mijn idee is dat gegeven zeer onwenselijk. Als je de zaken scherp stelt namelijk komt het er op neer dat je procestechnisch er beter voorstaat wanneer je iemand vermoordt vergeleken met degene die inkomsten verzwijgt in zijn aangifte.
ReplyDelete