Op ons kantoor doen wij in beginsel het navolgende. Wij stellen aangiften inkomstenbelasting op. Wij overleggen met accountants over jaarrekeningen en stellen dan aangiften winstbelasting op. Wij adviseren mensen en bedrijven hoe zij -legaal- minder belasting kunnen betalen. Wij schrijven bezwaarschriften als wij vinden dat een aanslag te hoog is of een boete onterecht of naar een te hoog bedrag is opgelegd en wij procederen voor de belastingrechter.
Onze clientele is bepaald divers te noemen. Wij helpen gepensioneerde onderwijzers maar wij mogen ook een pompstation en een aantal artsen en medisch specialisten bedienen. Wij hebben hele hoog opgeleide clienten en heel laag opgeleide.
De laagst opgeleide clienten hebben de meeste centjes.
Vandaag kreeg ik een email van een heel hoog opgeleide client.
Gepromoveerd en heeft zelf ook veel mensen bijgestaan als promotor zodat zij ook konden promoveren.
De email was deels wat onthutst van toon. En waarin zat hem nou die ongehutstheid?
Client had een beschikking ontvangen van de belastingdienst als reactie op een door ons geschreven bezwaarschrift tegen een aanslag.
De beschikking bevatte de mededeling dat als men het niet eens is met de beschikking men beroep kan aantekenen bij de Raad van Beroep voor Belastingzaken. Client is ook jurist en weet wel wat.
Onder andere weet hij dat ons fiscale procesrecht met ingang van 2016 drastisch is herzien en dat wij sinds die tijd niet meer procederen voor de Raad van Beroep -want die bestaat dus niet meer- maar voor het Gerecht in Eerste Aanleg waarin wij nu eigen rechters hebben. Die wonen op Aruba en wij hadden vorige week dan ook een digitale zitting met een rechter en een griffier op een groot beeldscherm en wij in de rechtzaal. Ging prima overigens.
Wij procederen best wel veel en tot onze vreugd is het hele Gemeenschappelijk Hof kort geleden verhuisd naar een groot modern pand tegenover ons kantoor.
Eerlijk gezegd vond ik het wel mooi dat wij procedeerden voor een Raad van Beroep in plaats van een gerecht maar dingen veranderen nu eenmaal.
Maar het is inderdaad opmerkelijk dat onze Inspectie der belastingen bijna 5 jaar na het opheffen van de Raad van Beroep u en mij nog steeds uitnodigt om voor dit college te komen procederen.