October 25, 2024

BLIK OVER DE SCHOUDER VAN EEN ADVOCAAT-BELASTINGKUNDIGE

 


Sedert 1 maart 2024 heb ik hier op Curaçao een samenwerking met Peter Muller, die al 29 jaar als belastingadviseur op het eiland werkzaam is. Het Hof heeft mij inmiddels beëdigd als advocaat, zodat ik ook wat dat betreft de praktijk die ik in Nederland al 25 jaar uitvoerde, wederom als advocaat kan voortzetten. 




Ook vanuit Nederland werkten Peter ik al vele jaren samen vooral voor mensen die in beide landen financiële en fiscale belangen hebben. 

Denk bijvoorbeeld aan personen die in het ene land wonen in het andere land onroerend goed aanschaffen als vakantiewoning (van Nederland naar Curaçao) of als onderkomen voor een studerend kind (van Curaçao naar Nederland). 

Verder komen de directeuren-grootaandeelhouder die vanuit Nederland naar Curaçao emigreren met regelmaat in beeld, maar ook de werknemers van Defensie die vanuit Nederland op Curaçao worden gestationeerd en na het einde van hun diensttijd besluiten hier te blijven. 

Wat gebeurt er zoal in de praktijk van een advocaat belastingkundige? Interessant zijn de problemen waarin civiel recht en fiscaal recht samenkomen. Dat tref je bijvoorbeeld aan bij ondernemers in de inkomstenbelasting, maar ook bij de directeuren-grootaandeelhouder die een onderneming uitoefenen in een of meer besloten vennootschappen.

Wie een eenmanszaak begint en allerlei tijd en moeite stopt in zijn product, de plaats waar het wordt verkocht, het werven van de mogelijke klanten, de aanvoer van telkens nieuwe goederen en het steeds opnieuw bedenken en uitvoeren van activiteiten om in beeld te blijven, kan ondanks alle geïnvesteerde tijd en moeite toch tegen de stelling van de belastingdienst aanlopen dat die activiteiten geen onderneming zijn. Dat gebeurt ook als er bijvoorbeeld behoorlijk geïnvesteerd is (ordegrootte ANG 100.000) en de onderneming ruim twee jaar heeft gedraaid. Zeker als daarbij uiteindelijk in die eerste periode een verlies is geleden - wat voor een startende onderneming helemaal niet bijzonder is - valt de afwijzing van het ondernemerschap rauw op het dak. Daar komt bij dat die afwijzing pas laat duidelijk wordt, namelijk zodra een aangifte inkomstenbelasting over het eerste jaar dat de onderneming draait, door de belastingdienst is behandeld en het verlies uit onderneming niet als zodanig wordt aanvaard. Wie in jaar 1 met de ondernemingsactiviteit begint en in jaar 2 dan de aangifte inkomstenbelasting doet, ziet veelal pas in jaar 3 deze reactie van de fiscus. De vraag is dan of de uitgevoerde activiteiten een bron van inkomen zijn. 

Volgens vaste jurisprudentie worden drie voorwaarden gesteld aan een bron van inkomen namelijk deelname aan het economisch verkeer, het subjectieve oogmerk om voordeel te behalen en de objectieve verwachting dat het voordeel redelijkerwijs kan worden behaald. Of er sprake is van een onderneming wordt mede getoetst aan duurzaamheid en omvang daarvan, de omvang van de bruto baten, de winstverwachting, de vraag of ondernemersrisico is gelopen, de beschikbare tijd en deskundigheid, de bekendheid naar buiten toe, het aantal opdrachtgevers en het spraakgebruik. Er zijn dus nogal wat aspecten om te toetsen of activiteiten inderdaad ook fiscaal als onderneming zullen worden geaccepteerd. Het zal niet verbazen dat er een berg rechtspraak is over deze kwestie, want personen die hun activiteit fiscaal niet als onderneming erkend krijgen, zijn doorgaans strijdlustig genoeg om die kwestie aan een rechter voor te leggen.

Wat betreft de ondernemers die vertrekken uit Nederland en komen wonen op Curaçao spelen vaak kwesties over vermogen dat in Nederland is achtergebleven zoals bijvoorbeeld een holding BV met daarin het bedrijfsmatig onroerend goed dat nu wordt verhuurd aan de opvolger. Wie emigreert uit Nederland wordt verzocht een immigratieaangifte te doen (op een zogenaamd M-biljet). Een gevolg daarvan kan zijn dat een zogenaamde conserverende aanslag door de Nederlandse fiscus wordt opgelegd over de aanmerkelijk belang winst in het aandelenpakket en bijvoorbeeld ook over lijfrentes en pensioenen die zijn opgebouwd bij Nederlandse verzekeraars en pensioenfondsen. Of en wanneer een dergelijke aanslag werkelijk wordt geïnd, of deze eigenlijk wel mag worden opgelegd en of uitstel van betaling mogelijk is, valt het nodige op te merken en te regelen met de Nederlandse belastingdienst. 




Niet alleen de bepalingen in de Nederlandse Invorderingswet, maar ook regelingen uit het belastingverdrag tussen Nederland en Curaçao (de Belastingregeling Nederland Curaçao), komen dan in beeld. Een opvallende narigheid is voor personen die nota bene binnen het Koninkrijk verhuizen, dat zij geen automatisch uitstel van betaling krijgen voor een dergelijke conserverende aanslag, terwijl dit voor Nederlanders die vertrekken naar een ander land binnen de EU wel het geval is!

Verder is een bekend terrein de verkoop van een onderneming al dan niet samen met het onroerend goed waarin de activiteiten worden uitgeoefend. Fiscale en juridische ondersteuning bij het opstellen van de koopovereenkomst maar ook bij de consequenties van een dergelijke verkoop voor aandeelhouders is een onderwerp dat regelmatig aan de orde komt. Dat speelt zeker als er discussie ontstaat voor of na het zetten van de handtekeningen en zelfs de vraag opkomt of een verkoper nog wel gehouden is zijn onderneming en onroerend goed aan een weerspannige koper over te dragen. Telkens wordt dan weer duidelijk dat schriftelijke afspraken in ieder geval een goed houvast bieden voor acties wanneer een van de partijen onder zijn verplichtingen wil uitkomen.

Last but not least van dit korte overzicht zijn de bekende kwesties over de opgevallen nalatenschappen. Daar is enerzijds altijd een zoektocht naar de vraag wie nu werkelijk erfgenaam zijn (opvolgende huwelijken, buitenkinderen) en wat de erfenis inhoudt aan de orde, maar anderzijds ook wat er nu werkelijk in het verleden is geregeld en al is uitgevoerd dat nog steeds gevolgen heeft voor de afwikkeling van zo’n nalatenschap op dit moment. Denk daarbij aan het overlijden tijdens huwelijk waarbij mogelijk een ouderlijke boedelverdeling leidde tot toedeling van alle vermogen aan de langstlevende ouder en vorderingen aan de kinderen, pas opeisbaar na overlijden van de langstlevende. Als de langstlevende ouder maar oud genoeg wordt en de kwestie lang genoeg duurt, zit je op een gegeven moment alleen nog met de kleinkinderen aan tafel die als plaatsvervullers van hun inmiddels overleden ouders optreden. Deze neven en nichten kunnen heel uiteenlopende belangen hebben met alle discussie die daarmee samengaat. 

Kortom: never a dull moment.


October 10, 2024

PROBLEMEN MET HET ONLINE PORTAAL

 De nodige jaren terug werd op Curacao een online portaal geintroduceerd voor het doen van allerlei aangiftes. Inkomstenbelasting, loonbelasting, winstbelasting, omzetbelasting en sociale premies.  Iedereen werd gedwongen om gebruik te maken van het portaal. Indien je geen internet connectie hebt of niet handig met computers had je naturlijk een probleem. Mij hebben daarover weinig klachten bereikt maar toegegeven, als je een belastingadviseur hebt, heb je waarschijnlijk ook wel wel internet. Het portaal functioneerde redelijk goed met de aantekening dat het nogal traag was. Na covid nam mijn assistente ontslag en begon ik zelf alle aangiften voor onze clienten te verzorgen. Ik heb uren naar een ronddraaiend cirkeltje op het portaal mogen kijken. Het duurde lang -vaak te lang- voor je naar een volgende pagina werd verwezen.

In september werd er gewerkt aan het portaal. Eerst lag het er lang uit en het toen het weer de lucht in ging kwamen er nieuwe problemen naar boven. Sinds dat moment kan ik bijvoorbeeld geen aangiften winstbelasting meer verzorgen voor clienten en de aangiften inkomstenbelasting konden niet worden uitgeprint.


Momenteel kan ik voor clienten geen enkele aangifte meer verzorgen. Het portaal lijkt al mijn machtigingen niet meer te erkennen.


Ik weet dat de belastingdienst op de hoogte is van de problemen. Ik ben meerdere malen gebeld door het hoofd van dienst en gisteren ook door een andere medewerker. Het lijkt er op dat zij met de handen in het haar zitten. Ik vraag mij af of de ingeschakelde automatiseerder de juiste is geweest.

En ik voorzie nu al dat mijn kerstdagen gevuld gaan worden met het doen van aangiften in plaats van het vertoeven aan rijkelijk gedekte tafels.


Ik hoop dat er snel een oplossing komt.

September 13, 2024

AFTREK VAN BETAALDE ALIMENTATIE NA ECHTSCHEIDING, BIJ DUURZAAM GESCHEIDEN OF BIJ EINDE ONGEHUWD SAMENWONEN

Kantoorgenoot mr. Leo F. Delfgaauw -advocaat en belastingadviseur- schrijft het navolgende over de aftrek van alimentatie:


Regelmatig weigert de belastinginspecteur de aftrek van betaalde alimentatie van het inkomen wegens onvoldoende bewijs. Alimentatie die wordt betaald aan de ex-echtgeno(o)t(e) is als persoonlijke last van het inkomen aftrekbaar. Maar daar gaat wel het een en ander aan vooraf.

Echtscheiding komt tot stand als aan twee voorwaarden is voldaan:

1.      1.  op verzoek van een van de echtgenoten of op gezamenlijk verzoek heeft het Gerecht in eerste aanleg een echtscheidingsbeschikking afgegeven en 

2.   2 die beschikking is tijdig ingeschreven in de registers van de burgerlijke stand.

Aan beide voorwaarden moet zijn voldaan. De scheidingsdatum is de dag waarop de burgerlijke stand de beschikking van het Gerecht heeft geregistreerd. Wie alleen de beschikking ophaalt bij het Gerecht maar deze niet op tijd laat registreren bij de burgerlijke stand, blijft gewoon gehuwd.
De inschrijving moet zijn gedaan binnen 6 maanden na de dag waarop de beschikking in kracht van gewijsde is gegaan. Een beschikking gaat in kracht van gewijsde als daartegen geen hoger beroep meer kan worden ingesteld. De termijn voor hoger beroep is in Curaçao zes weken na de dag van de beschikking. In Nederland is die termijn drie maanden. Het komt dus erop neer dat men bij een echtscheiding in Curaçao binnen 42 weken na de dag van de uitspraak de beschikking moet laten inschrijven bij de burgerlijke stand (Kranshi). Laat men die termijn verstrijken, dan verliest de beschikking van het Gerecht haar kracht. Je kunt de beschikking dan inlijsten en aan de muur hangen, maar juridisch kun je er niks mee en het huwelijk blijft gewoon in stand. Voor echtscheidingen in Nederland is die termijn dus 9 maanden.




Kinderalimentatie die wordt betaald aan de ex-echtgeno(o)t(e) waar de kinderen wonen, is niet aftrekbaar van het inkomen en ook bij de ontvangende ouder niet belast. Partneralimentatie is wel aftrekbaar (als persoonlijke last), maar het moet dus gaan om betalingen na het tot stand komen van de echtscheiding, dus na de inschrijving van de beschikking bij de burgerlijke stand. Immers pas door die inschrijving komt de echtscheiding tot stand (maar zie hierna voor situaties van duurzaam gescheiden leven of ongehuwden).

De aftrek van partneralimentatie geldt ook als de betaler in Curaçao en de ex-echtgeno(o)t(e) in Nederland woont (of andersom) en ongeacht waar de echtscheidingsprocedure werd gevoerd. 

Zoals bij iedere aftrekpost moet ook de aftrek van partneralimentatie worden onderbouwd. Daarvoor zijn tenminste drie stukken noodzakelijk namelijk:

1.        de echtscheidingsbeschikking en

2.        de brief van de burgerlijke stand waarin de inschrijving van die beschikking wordt bevestigd en de scheidingsdatum wordt genoemd en

3.        bankafschriften waaruit de betalingen aan de ex-partner blijken.

Zorg dus dat bij de overboeking van de partneralimentatie duidelijk wordt vermeld dat het partneralimentatie is en op welke maand die alimentatie betrekking heeft. Inkomstenbelasting wordt per jaar geheven en aftrekbaar zijn alleen de betalingen die werkelijk in het betreffende kalenderjaar hebben plaatsgevonden.

De tegenhanger van de aftrekpost bij de betaler is de belastingheffing over de ontvangen alimentatie bij de ex-partner. Hij of zij moet de ontvangen alimentatie als inkomen opgeven en daarover inkomstenbelasting en premies betalen.

Aftrek van betaalde bedragen voor levensonderhoud aan de partner bij duurzaam gescheiden leven

Uit de rechtspraak van het Gerecht in eerste aanleg zijn gevallen bekend waarin huwelijkspartners duurzaam gescheiden leven en waarbij de een iedere maand een bedrag aan de ander betaalt ter bestrijding van de kosten van levensonderhoud. Het huwelijk is dan formeel nog in stand; huwelijkspartners zijn immers niet verplicht op 1 adres samen te wonen. Naar de letter van de Landsverordening inkomstenbelasting zijn dergelijke periodieke betalingen aftrekbaar, aangezien zij voortvloeien uit het familierecht. Artikel 81 van boek 1 BW bepaalt immers dat echtgenoten elkaar getrouwheid, hulp en bijstand verschuldigd zijn en zij verplicht zijn elkaar het nodige te verschaffen.
Om dergelijke betalingen inderdaad aftrekbaar te maken, zal het met name aankomen op onderbouwen van dat duurzaam gescheiden leven. Allerlei feitelijke omstandigheden zullen dan moeten worden aangevoerd en onderbouwd, zoals inschrijving op aparte adressen bij de burgerlijke stand, ieder een eigen woning met alle daarbij behorende financiële verplichtingen, eigen verzekeringen en abonnementen en andere bewijsstukken die duidelijk maken dat partijen ieder hun eigen adres hebben en hun eigen leven leiden apart van de ander. Ook in die omstandigheden kan de sprake zijn van aftrekbaarheid van “partneralimentatie “.

Aftrek van betaalde bedragen voor levensonderhoud aan de partner waarmee men nimmer was gehuwd

Ook samenwoners die uit elkaar gaan blijken soms gedurende een bepaalde tijd de kosten van levensonderhoud van de ander te willen vergoeden. De verplichting daartoe kan bijvoorbeeld vastliggen in een samenlevingsovereenkomst die bij voorkeur in een notariële akte is opgenomen. Getoetst aan de tekst van de Landsverordening inkomstenbelasting is er geen sprake van een verplichting die voortvloeit uit het familierecht, maar als de samenlevingsovereenkomst voldoende dwingend is en dus een rechtens afdwingbare aanspraak voor de partner oplevert die de uitkering nodig heeft, geeft de vakliteratuur wel mogelijkheden voor aftrek bij de betaler en belastbaarheid bij de ontvanger. In feite is dan sprake van een natuurlijke verbintenis die is omgezet in een juridisch afdwingbare verplichting.

Kortom, voor alle varianten van samenwonen en uit elkaar gaan lijken oplossingen in het fiscale beschikbaar.

EMIGRATIE VAN DE DIRECTEUR GROOTAANDEELHOUDER VAN EEN BV NAAR EN VANUIT CURACAO

 Kantoorgenoot mr. Leo F. Delfgaauw -advocaat en belastingadviseur- schrijft het navolgende over de conserverende aanslag:

Als u directeur-grootaandeelhouder bent van een in Nederland gevestigde BV en u emigreert naar een ander land, zal Nederland aan u een conserverende aanslag inkomstenbelasting opleggen. Emigratie is het metterwoon verhuizen vanuit Nederland naar een ander land, waar u dan uw hoofdverblijf zult hebben. Curaçao is ten opzichte van Nederland een ander land ook al is het een van de vier landen binnen het Koninkrijk der Nederlanden.

De conserverende aanslag wordt opgelegd over de aanmerkelijkbelangwinst. Dat is de meerwaarde van uw aandelen ten opzichte van de nominale waarde (of het bedrag dat u ooit voor de aandelen hebt betaald als u niet zelf de oprichter van de BV was). De gedachte van Nederland is, dat die meerwaarde van de aandelen in Nederland is opgebouwd en dan ook door Nederland mag worden belast. Normaal gesproken komt belastingheffing over aanmerkelijkbelangwinst alleen aan de orde bij dividenduitkering of verkoop van de aandelen. In de Wet inkomstenbelasting 2001 is echter de fictie opgenomen dat verhuizen naar het buitenland ook als vervreemding van de aandelen wordt beschouwd, met een aanslag inkomstenbelasting over de aanmerkelijkbelangwinst als gevolg.

 


 

Als u bijvoorbeeld in 2024 emigreert uit Nederland, doet u over dat jaar een zogenaamde M aangifte waarin u de meerwaarde van de aandelen opgeeft. Er volgt dan een conserverende aanslag over die meerwaarde volgens het tarief van 2024. Die aanslag hoeft u niet direct te betalen, want er is immers geen echte winst gemaakt. Een derde partij heeft niet werkelijk aan u een bedrag betaald voor overname van de aandelen. U krijgt dan ook uitstel van betaling voor die aanslag. Als u verhuist naar een ander land binnen de EU (inclusief Noorwegen IJsland en Liechtenstein) op of de EER krijgt u het uitstel automatisch. Als u naar een ander land verhuist, moet u dat uitstel zelf aanvragen bij de Ontvanger. Ondanks dat Curaçao onderdeel is van het Koninkrijk, wordt het beschouwd als een land buiten de EU of de EER en krijgt u dus niet automatisch uitstel van betaling.

Normaal gesproken wordt invorderingsrente geheven als u uitstel van betaling heeft voor een belastingaanslag. Bij de conserverende aanslag blijft die rente achterwege. Het verschil tussen emigratie naar een EU of EER land enerzijds en een derde land anderzijds is wel, dat bij emigratie naar zo’n derde land de Ontvanger zekerheid kan vragen voor de te betalen conserverende aanslag. Als zekerheid wordt een bankgarantie, een hypotheek of een verpanding aanvaard. Geregeld is het lastig om die zekerheid te geven want veelal gaan met emigratie ook alle waardevolle vermogensbestanddelen Nederland uit. Als de BV echter in Nederland blijft gevestigd en bijvoorbeeld over een bedrijfspand beschikt, kan dat mogelijk als zekerheid dienen.

De conserverende aanslag wordt werkelijk geïnd als binnen 10 jaar na emigratie dividend wordt uitgekeerd of de aandelen werkelijk aan derden worden verkocht. Stel dat de conserverende aanslag 2024 over een aanmerkelijkbelangwinst van € 4.000.000 is opgelegd. Volgens het tarief van 2024 is de aanmerkelijkbelangheffing dan € 1.314.305 Als in 2028, zijnde het vierde jaar na emigratie, € 500.000 bruto dividend wordt uitgekeerd, wordt naar het tarief van 2028 berekend hoeveel inkomstenbelasting daarover is verschuldigd. Stel dat het aanmerkelijkbelangtarief dan 35% is, dan is de verschuldigde belasting € 175.000. De BV betaalt 15% dividendbelasting en u betaalt de rest zijnde € 100.000. Op de conserverende aanslag komt dan in mindering € 175.000. De rest van de aanslag blijft gewoon staan.

Nederland heeft met heel veel landen een verdrag gesloten ter voorkoming van dubbele belasting. Het “verdrag” tussen Nederland en Curaçao is de Belastingregeling Nederland Curaçao (BRNC). Verdrag tussen aanhalingstekens omdat het geen echt verdrag is maar een rijkswet. Verdragen worden gesloten met andere landen; Curaçao  valt binnen het koninkrijk vandaar een rijkswet.

In deze belastingregeling is bepaald dat dividend uit een BV in Nederland slechts met 15% mag worden belast (art 10 lid 2 BRNC) en dat Curaçao eventueel over dat dividend zelf ook nog belasting mag heffen rekening houdende met de Nederlandse belasting. Echter, de regeling waarbij de heffing tot 15% door Nederland wordt beperkt, gaat in de eerste 10 jaar na emigratie opzij op grond van art 13 lid 5 BRNC. Gedurende die 10 jaar heft Nederland nog steeds over aanmerkelijkbelangwinst naar het actuele Nederlandse tarief. Pas na die 10 jaar wordt de heffing beperkt tot 15%. Steeds wordt ook dan de feitelijk door Nederland geheven belasting in mindering gebracht op de conserverende aanslag totdat die helemaal is betaald.

Op dit moment is het tarief van de Nederlandse aanmerkelijk belang 33% (vanaf een dividend van € 67.000). Als in Curaçao over zo’n dividend minder dan 18% zou worden geheven rekening houdende met de 15% die Nederland na 10 jaar mag heffen, dan kan het dus zinvol zijn om dividenduitkeringen zoveel mogelijk uit te stellen totdat de eerste 10 jaar na emigratie zijn verstreken.

Voor alle duidelijkheid zij vermeld dat de Nederlandse conserverende aanslag ook wordt geïnd als de aandelen in de Nederlandse BV werkelijk worden verkocht aan een derde partij.

Tenslotte nog dit: ook Curaçao kent een exit regeling voor de aanmerkelijkbelangaandeelhouder. Wie emigreert vanuit Curaçao met achterlating van een lokale vennootschap, krijgt een conserverende aanslag over de aanmerkelijkbelangwinst. Het tarief is op dit moment 19,5%. In tegenstelling tot de Nederlandse regeling vervalt deze Curaçaose conserverende aanslag definitief na 10 jaar. Verschil is ook dat tussentijdse dividenden niet worden belast, maar dat de conserverende Curaçaose aanslag alleen wordt geïnd bij verkoop van de aandelen of staking van de door de vennootschap gedreven onderneming met uitkering van tenminste 90% van de reserves of-als geen onderneming werd gedreven-uitkering van tenminste 90% van de reserves. Dat biedt mogelijkheden.

July 19, 2024

AFROJACK EN ZIJN BELASTINGADVISEURS

 Vanochtend las ik een kort artikel in

 accountancyvanmorgen: https://www.accountancyvanmorgen.nl/2024/07/18/afrojack-tegen-fiscalist-make-me-disappear/

De uitspraak gewezen door drie rechters werkzaam bij de rechtbank in Rotterdam ging over het navolgende. Afrojack heeft klaarblijkelijk getracht om met hulp van zijn belastingadviseurs Nederland fiscaal te verlaten. Dat pakte niet helemaal goed uit voor meneer Afrojack want men kon bewijzen dat hij Nederland niet had verlaten. De vraag waar iemand fiscaal woont komt uiteraard wel vaker voor. Het antwoord op de vraag is standaard dat dit uit de omstandigheden van het geval moet blijken. De toetsing is met name van feitelijke aard. Waar brengt men de meeste tijd door, waar valt een krant op de mat, waar gaat men naar de tandarts? Kortom waar is het centrum van iemands leven. Afrojack bracht dusdanig veel tijd door in de Verenigde Staten dat die hem ook in belastingheffing wilden betrekken. Om dat te voorkomen werd valselijk opgevoerd dat Afrojack inwoner was van Nederland. In Nederland werd in de aangifte inkomstenbelasting opgevoerd dat Afrojack nergens woonde.








Dus Afrojack werd vervolgd en de belastingadviseur ook.  De laatste als medepleger.

Vervolgens wordt Afrojack als belastingplichtige vrijgesproken van strafbaarheid op basis van strafbepalingen in de Nederlandse Algemene Wet in zake Rijksbelastingen. Daarmee doemt dan meteen een probleem op voor de officier van justitie want als de hoofddader als zodanig wegvalt valt er strafrechtelijk ook geen medepleger meer te bespeuren.

De officier gaat dan vervolgens voor meerdere ankers liggen om de belastingadviseur strafrechtelijk veroordeeld te krijgen. Dat lukt dan uiteindelijk omdat bewezen kan worden dat de belastingadviseur valsheid in geschrifte heeft gepleegd.

Het strafbaar feit wordt als volgt benoemd door de rechtbank: "medeplegen van valsheid in geschrifte,, begaan door een rechtspersoon, terwijl de verdachte feitelijk leiding heeft gegeven aan de verboden gedraging."

Het plegen en medeplegen is uiteindelijk volgens de rechtbank niet gedaan door Afrojack samen met zijn belastingadviseur als medepleger maar de door vennootschap van de belastingadviseur en de medewerker van deze belastingadviseur.

Toch loopt het toch nog goed af voor de belastingadviseur. De rechtbank oordeelt dat toevoeging van leed geen strafrechtelijk doel meer dient en geeft daarom toepassing aan artikel 9a van het Nederlandse wetboek van Strafrecht dat meldt: Indien de rechter dit raadzaam acht in verband met de geringe ernst van het feit, de persoonlijkheid van de dader of de omstandigheden waaronder het feit is begaan, dan wel die zich nadien hebben voorgedaan, kan hij in het vonnis bepalen dat geen straf of maatregel zal worden opgelegd.




June 28, 2024

BUITENLANDSE BELASTINPLICHTIGE AANMERKELIJK BELANG AANDEELHOUDER

 Iemand die in Nederland of Curacao 5 procent of meer van de aandelen bezit in een vennootschap wordt fiscaal aangemerkt als aanmerkelijk belang aandeelhouder.

Dat is hoe het grofweg zit want onder vele al dan niet opmerkelijke omstandigheden kan men ook met een lager bezit als aanmerkelijk belang aandeelhouder worden aangemerkt. Familieleden kunnen dat bijvoorbeeld beinvloeden door hun aandelenbezit.

Is het fijn om aanmerkelijk belang aandeelhouder te zijn?

Ik zou zeggen in zijn algemeenheid niet. Dividenden worden bij een aanmerkelijk belang aandeelhouder op Curacao voor 19,5 procent in de heffing van winstbelasting betrokken. In Nederland is dat beduidend hoger maar voor beide landen geldt dat het lager is dan het toptarief van de inkomstenbelasting.



Als u echter aandelen bezit in een beursgenoteerde vennootschap kunt u meestal de winst die ontstaat bij verkoop onbelast toucheren.

Voor de aanmerkelijk belang aandeelhouder ligt dat anders. Het land Curacao belast de verkoopwinst ook met 19,5 procent.

Maar hoe zit dat nou als je niet in Nederland of Curacao woont en je hebt een aanmerkelijk belang in een vennootschap in Nederland of Curacao?

Dan ontstaat er een interessant verschil. Nederland betrekt u dan als buitenlands belastingplichtige in de heffing.

Curacao heeft een wat meer genuanceerder aanpak. Een niet-ingezetene met een aanmerkelijk belang in een vennootschap gevestigd in Curacao wordt enkel met een hefffing getroffen indien hij woonachtig is geweest in Curacao. Gekeken wordt op het moment dat het voordeel ontstaat. Indien dan in de 10 jaren voorafgaand geen inwonerschap is geweest kan onbelast worden getoucheerd. Ik ken velen op Curacao die graag hadden gezien dat Nederland ook zo een regeling kende.

June 13, 2024

FOUTJE, BEDANKT! NAHEFFINGSAANSLAGEN WINSTBELASTING 2022

Op 10 juni viel er een enorme stapel aanslagen op de mat. Allemaal gericht aan vennootschappen en het betroffen allemaal naheffingsaanslagen winstbelasting voor het jaar 2022. Ook wij werden niet gespaard. Wij kregen een boete-aanslag voor klaarblijkelijk vier keer op rij niet op tijd aangifte winstbelasting indienen. Onzin natuurlijk.






Gisteren bereikte ons het bericht dat bij de Ontvanger de "parameters" verkeerd stonden en dat alle aanslagen vernietigd zullen worden.


Aangezien de aanslagen allemaal de dagtekening 21 juni dragen dient de vernietiging voor 21 augustus aanstaande plaats te vinden anders komen er een heleboel bezwaarschriften en ook een heleboel rechtszaken. Wij zijn daar al op voorbereid.