October 03, 2019

De introductie van transfer pricing in de Curaçaose belastingwetgeving.



Bij PB 2016, no. 37 werd met de Landsverordening pensioensparen, reparatie en modernisering belastingverordeningen wederom een omvangrijke herziening van ons belastingstelsel beoogd. In deze bijdrage richt ik mij op één onderwerp uit deze landsverordening, te weten de introductie van transfer pricing in de Curaçaose fiscale wetgeving.

In het fiscale recht geldt dat het van belang is dat gelieerde partijen telkens in een zakelijke verhouding tot elkaar staan. Dit wordt het “at arm’s length” beginsel genoemd. Toepassing van dit beginsel is van belang in zowel lokale als ook internationale verhoudingen. In lokale verhoudingen kan dit van belang zijn omdat, hoewel gelieerde ondernemingen onder het zelfde belastingtarief vallen, de ene onderneming beschikt over compensabele verliezen en de andere niet. In een dergelijke situatie is het uiteraard voordeliger om winsten zoveel mogelijk te laten vallen bij de onderneming die vanwege die compensabele verliezen daarover geen belasting naar de winst verschuldigd is totdat de te verrekenen verliezen zijn opgesoupeerd.

In fiscalibus wordt ervan uitgegaan dat tussen niet-gelieerde partijen transacties immer een zakelijk karakter zullen hebben. Immers, zelfs als een op het eerste gezicht niet zakelijke prijsvorming is ontstaan tussen niet gelieerde partijen, zal dat een zakelijke grondslag hebben. Gedacht kan worden aan compensatie voor een te hoge prijs bij een eerdere transactie of vanwege het in stand houden van de relatie om andere redenen.


In internationale verhoudingen kan men trachten de totale belastingdruk te mitigeren door winsten te laten vallen in landen waar de belasting naar de winst lager is dan in een ander land. Met andere woorden: men tracht transacties zo in te vullen dat belastingdruk plaatsvindt in het land dat laag belast en kosten in het land dat hoog belast.

Het bepalen van de te hanteren prijzen voor het verlenen van diensten en leveren van goederen tussen gelieerde ondernemingen wordt aangeduid met “transfer pricing” en in het Nederlands met interne verrekenprijzen, hoewel ook in Nederland over het algemeen enkel de term “transfer pricing” wordt gehanteerd.

Dit schuiven met winsten is al langere tijd een doorn in het oog van de OESO, die in 1979 een eerste rapport publiceerde over dit onderwerp getiteld, ”Transfer pricing and multinational enterprises”. In onder meer het Verenigd Koninkrijk en de Verenigde Staten is transfer pricing al onderwerp van wetgeving sedert respectievelijk 1910 en 1917.

Het is derhalve een belangrijk onderwerp dat onder meer moge blijken uit het feit dat het een specialisme is in grote belastingadviespraktijken.

De OESO heeft haar strijd tegen in haar beleving foute toepassing van transfer pricing verder voortgezet door een project op te zetten met de veelzeggende naam “Base Erosion en Profit Shifting” (BEPS).

Voor de Curaçaose wetgever heeft dit aanleiding gevormd om in de Algemene Landsverordening Landsbelastingen artikel 43 aan te vullen met leden 11 en 12. Deze leden bepalen dat gelieerde lichamen voor wat betreft hun onderlinge rechtsverhoudingen dienen vast te leggen hoe de voorwaarden met betrekking tot deze rechtsverhoudingen tot stand zijn gekomen en tevens dient daarbij aannemelijk te worden gemaakt dat deze voorwaarden in het economisch verkeer ook tussen onafhankelijke partijen zouden zijn overeengekomen. Inwerkingtreding heeft plaatsgevonden met terugwerkende kracht per 1 januari 2016 bij PB 2016 no. 56.

Dit betekent, vergeleken met de situatie van voor totstandkoming van deze wetgeving, een verschuiving van de bewijslast van de zakelijke juistheid van transacties tussen gelieerde partijen van fiscus naar belastingplichtige. Immers, voorheen diende de fiscus haar stellingen met betrekking tot onzakelijkheid van onderlingen transacties te onderbouwen. Nu ligt de bewijsplicht daarvoor aan de andere kant.

Overigens is dit niet de eerste fiscale wetgeving die zich richt op zakelijke verhoudingen tussen gelieerde partijen. Bij PB 2009, no. 77 werd met terugwerkende kracht tot 1 januari 2000 artikel 6B in de Landsverordening op de winstbelasting 1940 ingevoerd. Dat artikel tracht de verhoudingen tussen gelieerde partijen te regelen waar het betreft geldleningen en het verkrijgen en verlenen van gebruiksrechten van bedrijfsmiddelen.

Met de introductie van regels omtrent transfer pricing heeft de Curaçaose fiscus een machtig wapen gekregen om onzakelijke transactie tussen gelieerde partijen te bestrijden. De toekomst moet nu leren of en in welke mate van dit wapen gebruik zal worden gemaakt.

No comments:

Post a Comment