November 05, 2018

Procederen voor het Hof in belastingzaken (3)

Het leergeld is betaald!

Donderdag 25 oktober 2018 was de dag dat de twee zaken dienden die ik beschreef in "Procederen voor het Hof in belastingzaken (2).

De eerste zaak diende om 09.00u en de tweede was daaropvolgend om 10.00u. De hofcombinatie bestond uit een dame en twee heren. Van de eerste zaak kan ik eigenlijk niet veel zeggen voor wat betreft de vermoedelijke uitkomst. Deze zaak was ook niet door ons begonnen maar door de Inspecteur der Belastingen.

Omdat ik de hele uitspraak van de rechter in eerste aanleg wilde opengooien ging een deel van de discussie niet over de inhoud van de zaak maar over de vraag of ik de juiste weg had bewandeld en ook of client nu nog griffierechten verschuldigd was. Die vraag gaat nog beantwoord worden. Door het heen en weer getiktak over formeelrechtelijke vragen heb ik enorm veel kennis kunnen opdoen over het formele procesrecht in tweede instantie.

In de tweede zaak stond ik formeelrechtelijk heel sterk maar zei het Hof terecht dat als zij de inspecteur zouden afschieten die dan de mogelijkheid had om in een later jaar alsnog zijn gram te halen. De rechters hebben de inspecteur en mij toen in heel mooi compromis gemasseerd die maakt dat cliente haar belastingaanslag met zo een 70 procent ziet verminderen en ook de boete is van tafel.

Dus over die tweede zaak zijn we enorm tevreden. De eerste zaak blijft even afwachten maar een ding is zeker; leergeld is betaald voor wat betreft procederen voor het Hof.

Ik houd u op de hoogte!

August 03, 2018

Procederen voor het Hof in belastingzaken (2)

Op 31 maart 2017 schreef ik over dit onderwerp. Het was voor mij de eerste keer om in een belastingzaak voor het Hof te mogen procederen. Tegen de verwachting van allerlei -al dan niet zelfverklaarde- deskundigen in hebben wij deze zaak op alle hoofdpunten gewonnen dus client zeer blij.

Inmiddels is voor het Gerecht in Eerste Aanleg wederom een zaak gewezen die bepaald niet tot tevredenheid stemt. Het belang is ongeveer ANG 85 duizend. Het betreft een vennootschap die op een pand 33 jaar lang teveel heeft afgeschreven. De Inspecteur wilde dat in een klap herstellen. Toen ik telkens aangaf dat zo maar niet ging beriep de inspecteur zich op het allerlaatste moment op de foutenleer. En dan kan er heel veel. Toch heeft de inspecteur een belangrijke formele fout gemaakt. De rechter in eerste aanleg zag daar geen probleem in; wij wel dus we hebben hoger beroep aangetekend. De zaak dient waarschijnlijk in oktober.

(niet bang om te bijten)



Vervolgens een andere zaak. Niet echt verloren, ook niet echt gewonnen. Ging allemaal over feiten en kosten die deels prive en deels zakelijk waren en de vraag is dan in welke mate. Client was tevreden met de uitkomst maar de inspecteur niet. Dus vorige week heb ik een lijvig verweerschrift geschreven en ingediend bij het Hof. De inspecteur heeft hoe dan ook twee onhoudbare standpunten ingenomen dus een deel van de buit is al binnen. Maar omdat bij hoger beroep de sluizen voor alles weer opengaan maken wij van de gelegenheid gebruik om ook onze grieven tegen de uitkomst in eerste aanleg wederom ter discussie te stellen. Ik ben klaar voor de strijd en ik verzeker de inspecteur dat hij een zware kluif zal hebben aan zijn eigen hoger beroep.

Wij houden u op de hoogte.

July 13, 2018

It wasn't me..................

De belastingrechter heeft geoordeeld dat als je procedeert voor een levenspartner dit dan niet op zakelijke basis zal geschieden.


Geen proceskostenvergoeding derhalve. Overigens zou een slimme inspecteur wellicht kunnen bedenken dat over de prestatie van de belastingadviseur aan zijn/haar levenspartner wel degelijk omzetbelasting verschuldigd is. Ik zal u niet vervelen met de technische details die tot deze conclusie leiden. Het hele geval doet mij wel een beetje denken aan de grap die vroeger onder economen opgeld deed; trouw nooit met je huishoudster want dan daalt het bruto nationaal product.

Enfin hieronder de zaak:
Samenvatting zaak
Belanghebbende heeft bezwaar gemaakt tegen (navorderings)aanslagen. Daarbij is niet verzocht om een vergoeding van de kosten in de bezwaarfase. Vervolgens stelt belanghebbende beroep in tegen het niet tijdig beslissen op de bezwaarschriften. Hangende de beroepsprocedure is de Inspecteur volledig aan belanghebbende tegemoetgekomen. Tussen partijen is uitsluitend nog de hoogte van de toe te kennen proceskostenvergoeding in geschil. Belanghebbende heeft ter zitting verzocht om een forfaitaire vergoeding van de proceskosten. De partner van belanghebbende treedt in de onderhavige procedure op als gemachtigde van belanghebbende.
Kort samengevat wordt het beroep door het Gerecht in eerste aanleg van CuraƧao (hierna: het Gerecht) als volgt beoordeeld.
Belanghebbende is in beroep gekomen tegen het niet tijdig doen van uitspraken op de bezwaarschriften tegen de (navorderings)aanslagen. Hangende onderhavige beroepsprocedure heeft de Inspecteur op die bezwaarschriften beslist. Belanghebbende heeft derhalve geen belang meer bij gegrondverklaring van de beroepen tegen het niet tijdig beslissen. Die beroepen dienen niet-ontvankelijk te worden verklaard. Het door belanghebbende ingestelde beroep tegen het niet tijdig beslissen, wordt geacht ook betrekking te hebben op de alsnog genomen uitspraken op bezwaar. Ook deze uitspraken zijn derhalve onderwerp van onderhavige procedure. De Inspecteur is in de uitspraken op bezwaar van 1 december 2017 volledig tegemoetgekomen aan de klachten van belanghebbende. De beroepen tegen deze uitspraken kunnen dus niet tot een voor belanghebbende gunstiger resultaat leiden. Die beroepen moeten derhalve wegens het ontbreken van een belang ook niet-ontvankelijk worden verklaard (vgl. HR 15 januari 2016, nr. 15/00460, ECLI:NL:HR:2016:43).
Het Gerecht ziet geen aanleiding om de Inspecteur te veroordelen in de proceskosten. Het Gerecht overweegt daartoe dat een relatie tussen belanghebbende en zijn gemachtigde weliswaar niet aan het beroepsmatige karakter van verleende rechtsbijstand in de weg hoeft te staan, maar dat als de rechtsbijstand wordt verleend door een persoon die behoort tot het huishouden van de belanghebbende, in beginsel moet worden aangenomen dat deze niet op zakelijke basis is verleend en daarom niet kan gelden als beroepsmatig verleend (vgl. HR 19 oktober 2012, nr. 11/04773, ECLI:NL:HR:2012:BY0531). Belanghebbende en zijn gemachtigde behoren tot hetzelfde huishouden. Verder heeft de gemachtigde in oktober 2017 facturen gestuurd aan belanghebbende, waarover ter zitting is verklaard dat deze nimmer zijn betaald. Gehoord de toelichting ter zitting acht het Gerecht niet aannemelijk dat deze facturen op enig moment nog betaald zullen gaan worden. Gelet op het vorenstaande wordt ervan uitgegaan dat in dit geval de rechtsbijstand niet op zakelijke basis is geschied. De Inspecteur dient wel het betaalde griffierecht aan belanghebbende te vergoeden.
CFN-artikelnummer 20180713-1

May 03, 2018

Waarom?/Alles moet anders

Waarom waarheen van Mieke Telkamp is wellicht nog een kaskraker in de business waarin wij eens allemaal zullen belanden; die waar het tijdelijke met het eeuwige met elkaar worden verwisseld.





Iedereen dient zich dit echter constant af te vragen; Waar ga ik heen en waarom/ Of beter gezegd waar wil ik heen en waarom? Belastingadviseurs worden daarbij telkens dooreen geschud vanwege maar telkens wijzigende wetgeving of internationale eisen die maken dat volledige transparantie van uw financiele positie voor de diverse belastingautoriteiten een steeds grotere realiteit wordt.

Met andere woorden; mocht u inkomen of vermogen willen verbergen dan hebben belastingadviseurs slecht nieuws voor; dat lukt steeds minder en minder waarbij geldt alle beoefenaren van het (belasting-)recht er zich ook steeds meer van bewust worden dat ook zij de priemdende ogen van justitie in de rug kunnen voelen mochten zij meewerken aan het verzwijgen van inkomen en zelfs al het in de ogen van de fiscus opschrijven van te agressieve belastingadviezen.

Tot zover het waarom alles anders moet.

Volgende vraag; Waarheen? Van uw financiele adviseurs mag u nog altijd verwachten dat aan u adviezen worden gegeven die belastingbesparingen opleveren. Verder is van belang dat er voor wordt gezorgd dat namens u aan alle wettelijke bepalingen wordt voldaan om niet vast te lopen in een zich maar steeds uitdijend doolhof.

Als u dat allemaal ook nog wil met persoonlijke aandacht voor uw situatie hoef ik u niet te zeggen waar u terecht kunt.