October 28, 2020

Uw atypische belastingadviseur

De onvolprezen advocaat/belastingkundige mr. Dick Barmentlo omschreef mij ooit als atypisch terwijl wij gezamenlijk registeraccountants les aan het geven waren. 

https://www.ft-advocaten.nl/medewerkers/dick-barmentlo

Waarom ben ik atypisch volgens Dick?

Ik ben jurist en denk juridisch. Als ik voor een client in bezwaar ga tegen een aanslag en de inspecteur geeft mij geen gelijk dan vervolg ik het juridische pad door te gaan procederen. Daarin schijn ik atypisch te zijn omdat de meeste collega's kiezen voor overlegtrajecten met de fiscus. Ik ben daar altijd doodsbang voor omdat je dan het risico loopt dat je uit bezwaartermijnen gaat lopen.

Nog los van het feit dat je maar een luisterend oor moet kunnen vinden. En dan is de vraag of -zelfs indien men het met je eens is- dat gelijk hebben leidt naar gelijk krijgen. Dus ik kies het liefst voor een beroepschrift richting het Gerecht in Eerste Aanleg dat zich overigens tegenwoordig aan de overkant van de straat bevindt. De foto heb ik dan ook even zelf geschoten. Vroeger zat er een groot accountantskantoor maar die heeft het helaas niet gered.

Indienen van een beroepschrift geschiedt bij voorkeur digitaal en ook dat verhoogt de efficientie.

Nu denkt u natuurlijk en wat kost dat allemaal? Ik kan u verzekeren een stuk minder dan maar achter de fiscus aan gaan lopen. Wij maken vantevoren afspraken over de te maken kosten zodat u niet voor verrassingen komt te staan.

Het enige dat Dick Barmentlo overigens doet is procederen en hij vindt dat ik groot gelijk heb in het zijn van atypisch.

October 23, 2020

Onroerendezaaksbelasting en wat er mis ging II

 Inmiddels lijkt de tendens dat de Inspecteur iedereen gelijk gaat geven die protesteert tegen de hogere waardevastelling. Althans degenen die in bezwaar gegaan en 9 maanden later in beroep.

                                                (bibliotheek)

Dat is een mooi resultaat voor onze clienten uiteraard maar ik vind het jammer voor hen die hebben geaccepteerd dat er een tweede hogere waardebepaling heeft plaatsgevonden.

Maar zoals een goede vriend mij zo-even mededeelde: het niet inzetten van rechtsmiddelen is ook een keuze en die keuze heeft consequenties.

Enfin, ik hoop nog steeds dat de inspecteur wel de handschoen gaat oppakken.

October 20, 2020

Gesetz zur Stärkung der Integrität in der Wirtschaft

 In der BRD:

Straftaten, die aus Verbänden (juristische Personen und Personenvereinigungen) heraus begangen werden, können nach geltendem Recht gegenüber dem Verband lediglich mit einer Geldbuße nach dem Gesetz über Ordnungswidrigkeiten (OWiG) geahndet werden. Eine angemessene Reaktion auf Unternehmenskriminalität ist damit nicht möglich. Die Höchstgrenze des Ahndungsteils der Verbandsgeldbuße von zehn Millionen Euro gilt unabhängig von der Verbandsgröße; sie lässt insbesondere gegenüber finanzkräftigen multinationalen Konzernen keine empfindliche Sanktion zu und benachteiligt damit kleinere und mittelständische Unternehmen. Konkrete und nachvollziehbare Zumessungsregeln für Verbandsgeldbußen fehlen ebenso wie rechtssichere Anreize für Investitionen in Compliance. Das geltende Recht legt die Verfolgung auch schwerster Unternehmenskriminalität zudem allein in das Ermessen der zuständigen Behörden, was zu einer uneinheitlichen und unzureichenden Ahndung geführt hat. Verbandstaten deutscher Unternehmen im Ausland können vielfach nicht verfolgt werden. Das für bloßes Verwaltungsunrecht konzipierte OWiG und sein Verfahrensrecht sind insgesamt keine zeitgemäße Grundlage mehr für die Verfolgung und Ahndung kriminellen Unternehmensverhaltens.

Der Entwurf verfolgt das Ziel, die Sanktionierung von Verbänden, deren Zweck auf einen wirtschaftlichen Geschäftsbetrieb gerichtet ist, auf eine eigenständige gesetzliche Grundlage zu stellen, sie dem Legalitätsprinzip zu unterwerfen und durch ein verbessertes Instrumentarium eine angemessene Ahndung von Verbandstaten zu ermöglichen. Zugleich soll er Compliance-Maßnahmen fördern und Anreize dafür bieten, dass Unternehmen mit internen Untersuchungen dazu beitragen, Straftaten aufzuklären.


Mit dem Gesetz zur Sanktionierung von verbandsbezogenen Straftaten (Artikel 1) wird die Ahndung entsprechender Verbandstaten auf eine neue Grundlage gestellt. Es gilt für Verbände, deren Zweck auf einen wirtschaftlichen Geschäftsbetrieb gerichtet ist, gibt den Verfolgungsbehörden und Gerichten ein ausreichend scharfes und zugleich flexibles Sanktionsinstrumentarium an die Hand und schafft erstmals verbandsspezifische Zumessungskriterien sowie ein Verbandssanktionenregister. Das bisher im Ordnungswidrigkeitenrecht nur rudimentär geregelte Verbandsverfahren wird neu geordnet. Verbandsspezifische Einstellungsvorschriften gewährleisten die in der Praxis erforderliche Verfolgungsflexibilität und erlauben insbesondere die Berücksichtigung von Compliance-Maßnahmen. Auch die Mitwirkung des Verbandes am Verfahren durch Durchführung interner Untersuchungen wird geregelt und mit Sanktionsmilderungen verbunden.

Die Neuregelung kommt der ganz großen Mehrheit der Unternehmen in Deutschland zugute, die sich rechtstreu und lauter verhält. Soweit einzelne Unternehmen dies nicht tun, verschaffen sie sich Vorteile auf Kosten der rechtstreuen Unternehmen sowie deren Inhaber- und Arbeitnehmerschaft. Sie schädigen den Ruf der Wirtschaft insgesamt und schwächen bei Ausbleiben einer angemessenen Reaktion zugleich das Vertrauen in den Rechtsstaat. Dem soll mit der Neuregelung entgegengewirkt werden.


October 15, 2020

Onroerendezaaksbelasting en wat er mis ging

 In 2014 kregen wij de onroerendezaaksbelasting als opvolger van de grondbelasting uit 1908. Naar mijn idee heeft dat niet tot wezenlijke wijzigingen geleid omdat de insteek van 1 waardebepaling die in beginsel geldt voor een vijfjaarsperiode in stand is gebleven.

Om een mijn onbekende reden -wellicht budgettair- heeft de fiscus vervolgens besloten om voorlopige aanslagen onroerendezaaksbelasting op te leggen. Dat werd vorig jaar augustus afgeschoten door een van onze belastingrechters die -terecht- oordeelde dat voorlopige aanslagen alleen kunnen worden opgelegd voor zogenaamde tijdvakbelastingen. De onroerendezaaksbelasting is een tijdstipbelasting omdat de waarde van de betreffende onroerendezaak in beginsel wordt gesteld op die op 1 januari. Ok, geen voorlopige aanslagen dus, die werden allemaal nietig verklaard.

Vervolgens worden definitieve aanslagen opgelegd. Deze definitieve aanslagen werd opgelegd tegen een hogere waarde.

Daar begint mijn pijnpunt. De aanslag over 2014 bevat naar mijn idee -en niet alleen mijn idee zo werd mij ingefluisterd- twee rechtshandelingen. Uiteraard de aanslag maar ook de waardebepaling. De aanslag was nietig maar niet de waardebepaling. De landsverordening in is helder; er wordt eenmaal een waardebepaling gedaan. Nu heeft onze fiscus dat dus tweemaal gedaan. Naar mijn mening is de tweede waardebepaling nietig. En daarover zijn wij aan het procederen. Overigens weer ik dat er nog twee belastingadvieskantoren zijn die deze mening zijn toegedaan.

Maar bij de fiscus werken slimme mensen. Bij de eerste zaak die ik heb gedaan over deze kwestie heeft de inspecteur ons een paar dagen voor de zitting gelijk gegeven en dan ben je -bij gebrek aan een belang- niet ontvankelijk.

Over twee weken zitten wij met betrekking tot deze kwestie weer voor de rechter. Bij een van de zaken is het belang tamelijk groot omdat de fiscus heeft opgeschaald van 1,2 miljoen naar 2 miljoen waarde en dat scheelt over 5 jaar iets meer dan 24 mille. Ben benieuwd of de fiscus deze strijd nu met ons aangaat of weer de handdoek in de ring gooit. Als zij dat doet ontstaat er grote rechtsongelijkheid tussen degenen die in bezwaar zijn gegaan en degenen die dat niet hebben gedaan. Immers alleen de eerstgenoemden krijgen dan een aanslag opgelegd naar de eerste waardebepaling.

Zoals altijd houden wij u op de hoogte.

October 07, 2020

OHO!

 In de regel gebruik ik deze blog om verhaaltjes te schrijven over ons belastingrecht. Heb er dan ook even over moeten nadenken of ik dit medium zou moeten gebruiken om het onderstaande met u te willen delen maar ik vind zaken van mij afschrijven altijd zeer heilzaam.

Ons jonge land verkeert in hoge nood. Die hoge nood is versneld zichtbaar gemaakt door het wereldwijd wild om zich heen slaande covid-19 virus.

Dat bracht ons land binnen enkele weken op de knieen. Gelukkig zitten wij in een koninkrijk die als leus hanteer dat wij elkaar dienen bij te staan en dat gebeurt dus. Het Europese deel van ons koninkrijk heeft in het verleden echter niet al te goede ervaringen opgedaan met het verstrekken van fondsen aan ons landje en stelt nu harde voorwaarden. En zo is nu OHO geboren. Het Orgaan voor Hervorming en Ontwikkeling.

Die voorwaarden lijken onze autonomie aan te tasten en om een af andere reden is die beweerdelijke autonomie heilig. Beweerdelijk want hoe autonoom ben je zonder geld.

En hoe vul je die autonomie in? Naar mijn idee gaat autonomie gepaard met verantwoordelijkheid voor je eigen handelen. Als ik een nieuwe identiteitskaart uitgereikt krijg staat daar nog altijd boven dat het is uitgegeven door het land "De Nederlandse Antillen". Dus hoe serieus ben je dan.

Van ondernemers wordt gevraagd om goede jaarrekening op te leveren opdat de juiste belasting berekend kan worden. De Algemene Rekenkamer keurt jaar op jaar de jaarrekeningen van het land Curacao af.


Autonomie is bij ons een vorm of een norm maar er wordt volslagen geen inhoud aan gegeven. Gisteren moest ik een bezwaarschrift indienen bij het Ministerie van Financien. Ik vond twee email adressen op de website van dat ministerie maar die bleken allebei niet te werken. Een proces-verbaal na een aanrijding opmaken heb ik na 10 bezoeken aan de verkeerspolitie nog niet mogen ontvangen. De regering wil dat ik na 11 uur thuisblijf vanwege het covid-19 virus maar juridisch kan dat helemaal niet worden afgedwongen omdat een concept-noodlandsverordening al 4 jaar ergens in een la ligt. Iedereen die woont heeft voorbeelden te over hoe het niet moet.

Dus roepen dat je autonoom bent of wilt blijven is mooi maar neem dan ook verantwoordelijkheid en als dingen niet goed gaan los die op.

Ik hoor absoluut bij de mensen die geen voorstander is van aansluiting bij Nederland. Ben tenslotte niet voor niet uit dat land vertrokken maar als het land Curacao zijn verantwoordelijkheden niet neemt of niet wil erkennen dat door de kleinschaligheid er beperkingen zijn die het niet aankan blijven we in dit soort discussies hangen.

Volgens mij is een eerste stap om aan te geven wat voor je land wil zijn. Hoe wil je dat Curacao er uit ziet over bijvoorbeeld 10, 15 of 20 jaar. Waarom wordt er geen visiedocument opgesteld.

Nu wordt er geroepen dat OHO ons gaat redden. Maar als omgevormd moet worden en ontwikkeld zul je toch eerst moeten nadenken waaruit die omvorming en ontwikkeling uit moet bestaan. Het woord duurzaam is al weer gevallen. Mooi maar doe nu een nulmeting op essentiele terreinen en geef aan waar je naar toe wilt.


October 02, 2020

De wet excessief lenen en mogelijke consequenties in ons deel van de wereld

 Op Curacao heeft Nederland bij sommigen in papiamento de bijnaam "Tera Friu" wat staat voor Koude Grond.

Op de Koude Grond is de laatste jaren gewerkt aan een wetsvoorstel dat ook ons op de "Warme Grond" kan raken. 

Dat is de wet excessief lenen.

Hieronder gaan wij daar kort op in.

De wet excessief lenen tracht te ontmoedigen -zo leert mij de memorie van toelichting- dat zogenaamde directeuren-grootaandeelhouders (DGA's) teveel van hun vennootschappen lenen. En dat zelfde geldt voor de partner van de DGA alsmede gelieerde vennootschappen. Voor de eigen woning wordt daar dan iets anders tegen aan gekeken.

Waarom is dit van belang voor belastingplichtigen op Curacao? Heel eenvoudig, er zijn de nodige DGA's die in Tera Friu wonen maar een tweede woning hebben op Curacao. 

Indien zij die aankoop hebben gefinancierd vanuit de "eigen" vennootschap en de lening overtreft Euro 500.000,-- wordt het meerdere in box 2 (aanmerkelijk belang) in de heffing van Nederlandse inkomstenbelasting getroffen.

Gepland was om deze wetgeving in te voeren per 1 januari 2022 maar het schuift een jaartje op. 

Mocht u derhalve als DGA in een situatie verkeren waarbij u meer van "uw" vennnootschap heeft geleend dat Euro 500.000,-- dan is het raadzaam om hierover in gesprek te gaan met uw belastingadviseur te Tera Friu. Indien u die niet heeft dan kunnen wij uit ons netwerk putten om er een voor u te vinden.